Redactie Radio Centraal Rotating Header Image

De Antwerpse Exxon-coker: milieuinvestering of -bedreiging?

Share

Een paar weken geleden mochten hoogwaardigheidsbekleders de eerste spade in de grond steken van de bouw van  wat verkeerdelijk aangekondigd werd als ‘de nieuwe raffinaderij van Exxon’. Het gaat over de bouw van een Delayed-Coker – eenheid in de bestaande raffinaderij. De coker zal het zwaarste produkt van de raffinaderij omzetten tot lichtere produkten zoals benzine en diesel enerzijds en een steenkool-achtig cokes-produkt anderzijds. Er is een investering van een miljard $ gemoeid met dit  ANWERUP project.

Milieuverenigingen zijn ongerust en vrezen dat de coker zal gebruikt worden om bitumineuse teerzandoliën uit Canada te verwerken. De ontginning van die teerzandolie staat ter discussie want ze is vervuilend en verslindt ook zeer veel energie. Bovendien is de olie zwaar als asfalt en moet ze verdund worden met een licht produkt, of gekraakt worden wat dus typisch gebeurt in een coker zoals er nu één in Antwerpen gebouwd zal worden.

Maar misschien wordt de coker gebouwd om andere redenen: het ziet er namelijk naar uit dat de komende jaren    strengere milieunormen (i.v.m. zwavel uitstoot) voor zware stookolie in voege zullen treden. Zware stookolie wordt gebruikt als brandstof voor zeeschepen en bestaat momenteel hoofdzakelijk uit die zware fractie die Exxon Antwerpen in de coker zou willen verwerken. Eens de strengere milieunormen in voege zal die zware fractie niet langer kunnen verwerkt worden als stookolie.  De raffinaderij heeft er dus belang bij om dit zwaar produkt om te zetten naar produkten die ze wél nog kwijt zal kunnen.
Ook de buren bij Total zijn momenteel een miljard aan het investeren in hun olieraffinaderij. Zij gaan de zware stookolie niet omzetten in een delayed coker maar via een solvent- extractie eenheid.

We bellen met Toon Wassenberg, gemeenteraadslid sp.a en medewerker van EU parlementslid Kathleen Van Brempt.   Hij zal volgende week havenschepen Marc Van Peel bevragen over de Exxon coker.

 “Ik zou wel willen dat het gaat om een milieuinvestering ware het niet dat Exxon zelf aangeeft dat ze de installatie in Antwerpen ook wil gaan gebruiken om teerzanden te verwerken.”


Toon Wassenberg: Ik heb er geen probleem mee dat een raffinaderij zich voorbereidt op nieuwe Europese wetgeving waar we trouwens zelf in het Europees parlement voor gevochten hebben, maar Exxon geeft duidelijk aan dat ze ook andere bedoelingen heeft. We zijn extra bezorgd omdat Exxon één van de belangrijkste lobbyisten is bij Europa om de besluitvorming over brandstoffen onder druk te zetten en te zorgen dat brandstoffen uit teerzanden gunstig behandeld worden. Exxon baat ook zelf teerzandinstallaties uit in Canada. We hebben gestreden tegen een grote steenkoolcentrale en willen ook dat de poort gesloten blijft voor teerzanden want dat hindert de transitie naar meer duurzame  energie.

RC: Maar we hebben geen protest gehoord tegen de investering die Total gaat doen. Het gaat toch over een gelijkaardige zaak?

TW: We zijn nu  bezorgd juist omdat Exxon actief is in die markt zijn en omdat ze zo expliciet de teerzand-kaart trekt. Voor Total is dat minder duidelijk. Misschien speelt Total het slimmer, ik weet het niet,   maar als morgen zou blijken dat Total teerzandolie in Antwerpen zou willen verwerken dan zal mijn houding dezelfde zijn als voor Exxon. Het komt erop aan om te vermijden dat dat soort brandstoffen op de markt gebracht wordt in Europa.

RC: Hoe zit het nu eigenlijk met de EU wetgeving in verband met teerzanden? Er zou een etiket ‘vervuilend’op teerzandolie gekleefd worden maar we vernamen dat dat plan na gelobby afgevoerd is.

TW: Er is nog niets beslist. Het dossier zit in de Medebeslissingsprocedure, waarbij je een voorstel hebt van de Europese Commissie dat dan behandeld wordt door de EU lidstaten (de Raad) en door het parlement. Nu zitten we in de fase na de eerste lezing. Maar er zijn inderdaad wel verontrustende berichten. Het werk voor het Europees parlement is nog niet achter de rug. Ook de producenten van biobrandstoffen voeren een gelijkaardig lobbywerk.

RC: En was er geen plan om de taksen op benzine en diesel vanop Europees niveau te laten bepalen door de uitstoot van CO2. Dat ging erop neerkomen dat de dieseltaks moet stijgen.

TW: Dat was de zogenaamde ‘Energy Tax Directive‘ . Maar omdat het hier gaat over een wetgeving die te maken heeft met fiscaliteit moeten alle 28 Europese lidstaten akkoord gaan. Fiscaliteit valt nog altijd onder de vetorecht regel. Er is een initiatief geweest om die energietaks aan te passen maar dat zit helemaal in het slop, bijvoorbeeld omdat het Verenigd Koninkrijk niet moest weten van een wijziging.

RC: Dat is opbvallend want juist in het VK is de taks op diesel hoog.  We dachten dat het vooral de Duitsers en de transportsector waren die ertegen waren.

TW: Ja, maar de Britten zijn gewoon tegen omdat ze vinden dat Europa zich niet te bemoeien heeft met haar fiscaal stelsel.
Wij hadden voorgesteld om een fiscaliteit in te voeren die gebaseerd is op de energie-inhoud van de brandstof. Vandaag mogen EU lidstaten grotendeels beslissen hoe ze takseren en dan krijg je, bijvoorbeeld in België, lage taksen op diesel. Wat voorlag was een andere logica die diesel duurder zou maken dan benzine en die zou vermijden dat sectoren voordeel hebben om diesel te stoken. Nu is er ook geen stimulans voor de transportsector om alternatieven te zoeken voor diesel. Maar het voorstel zal het niet halen doordat de lidstaten het tegenhouden.

RC: Mogen we nu concluderen dat, zoals in België, het confedreaal overlegmodel over milieu faalt? In België zitten de kliaamtonderhandelingen al twee jaar vast omdat Vlaanderen het niet eens geraakt met Brussel en Wallonië; net zoals de partijen in dit Europees dossier.

TW: Je snijdt een paar bochten af. het Europees model is heel moeilijk maar het werkt wel. De samenwerking tussen raad en parlement werkt wel, maar je zit met dat vetorecht waar we vanaf zouden moeten geraken.

RC: Maar dat is juist het confederaal model waarbij je met 28, of met 4 in België, moet overeenkomen  hoe het zal zijn.

TW: Maar in Europa is het zo dat zelfs als er 27 vóór zijn  de 28ste de regelgeving kan tegenhouden. Het is in die zaken dat Europa er niet in slaagt om stappen vooruit te zetten. Meestal wordt er echter wel gestemd via meerderheden en zo hebben we, via Europa, al veel milieuwetgeving in België kunnen doorvoeren. We zetten vaak sneller stappen vooruit in Europa dan in de lidstaten, maar het klopt dat je gewoon vast loopt in regelgeving waarin vetorecht geldt.

RC: Maar dat is de situatie momenteel in België waar we in verband met de klimaatbesprekingen in een confederaal model zitten, niet met 28 maar met 4, en  moeten overeenkomen. Elk van de Belgische deelstaatjes kan de zaak tegenhouden. Zo zitten de Belgische klimaatbesprekingen dus al twee jaar vast.

TW: Dat geldt voor alle zaken waarin België een standpunt moet innemen.

RC: Het is opvallend dat u hier het confederalisme verdedigt

TW: Je moet me geen woorden in de mond leggen. Ik probeer uit te leggen hoe in Europa beslist wordt. Maar het klopt dat als er een linkse regering is in Wallonië en een rechtse nationaal en in Vlaanderen de kans groot is dat de  Belgische vertegenwoordiger in de Europese   raad met zijn vingers zal zitten draaien omdat het niet lukt om tot standpunten te komen.

En we mogen misschien wel blij zijn dat we maar een kleine lidstaat zijn met weinig stemmen die de besluitvorming niet kan blokkeren, maar het wordt toch problematisch de komende jaren.

0 Comments on “De Antwerpse Exxon-coker: milieuinvestering of -bedreiging?”

Leave a Comment