- Redactie Radio Centraal - https://redactie.radiocentraal.be/Home -

de 6% BTW op energie en het gegoochel met getallen

Om PVDA+ de wind uit de zeilen te nemen neemt Sp.a het PVDA-voorstel over om de BTW op energie te verlagen tot 6%. CD&V en de groene beweging zijn minder enthousiast.
Als het over de economische impakt gaat van het voorstel laat het debat echter te wensen over: de voorstanders  slingeren cijfers in het rond die moeten bewijzen dat de BTW verlaging  veel oplevert voor de werkende mens en weing kost aan de overheid,  maar waar die cijfers  vandaan komen en hoe ze berekend werden vertellen ze er niet bij.

We nodigden Tom De Meester van PVDA+ uit, maar hij was niet beschikbaar.  Sara Van Dyck van Bond Beter Leefmilieu is wel in onze studio en met haar gaan we door de economische en ecologische aspecten.


De pers en PVDA+ meldden ter justificatie dat de BTW verlaging slechts 56miljoen € per jaar zou kosten. Waar dat cijfer vandaan komt is echter een misterie. We vroegen Tom De Meester (PVDA+) om uitleg maar kregen die niet.  Dan contacteerden we maar het kabinet van vice-premier Vandelanotte (sp.a) met de vraag wat de maatregel kost en oplevert, waarna we een tabel opgestuurd kregen die uit een studie van het Planbureau afkomstig is. Die tabel moet aantonen dat een BTW verlaging op elektriciteit interessanter is dan een “ algemene” lastenverlaging voor de bedrijven van 600miljoen €. Maar ze roept verder meer vragen op dan dat ze antwoorden geeft: zo is de vermelde 56 miljoen € nergens te bespeuren in de tabel. In tegendeel, de kost voor de komende 5 jaar samen zal volgens de cijfers meer dan een miljard € kunnen bedragen.  Wel zou volgens de tabel een BTW verlaging meer jobs creëren en iets minder kosten dan een algemene lastenverlaging. Maar wat de basis is van de berekeningen is verder onduidelijk. Kopie van de tabel HIER.
Ook aan sp.a vroegen we dus verdere toelichting, maar kregen ze al evenmin.

In alle geval slaagt PVDA+ erin zichzelf in éénzelfde persbericht tegen te spreken door enerzijds te stellen dat de maatregel slechts 56 miljoen € kost maar anderzijds 281 € per gezin zou opleveren. Dat laatste zou de totale jaarlijkse kost voor de overheid boven een miljard € tillen.  De 281 € houdt waarschijnlijk geen rekening met de impact van de dalende energiekost op de index en dus de inkomens. De netto-impact per gezin zal daardoor veel lager zijn dan 281€; bovendien  slaat de 281€ op de totale energiefactuur,  het voordeel voor elektriciteit alleen  (waarover het cijferdebat nu gaat) blijft beperkt tot 95€.

Op het kabinet van CD&V minister van financiën Koen Geens, die tegen de BTW verlaging gekant is, proberen ze dan weer de studie van het Planbureau onder de mat te schuiven. De regering laat nu nieuwe berekeningen uitvoeren die “een meer volledig beeld” moeten geven van de impakt, aldus Harry Vanbuel van het kabinet Geens  die verder niets over de Planbureau-studie wilde zeggen. De resultaten van die bijkomende berekeningen zullen op 6 november bekend gemaakt worden.

Het ander aspect van het BTW debat is de impakt op het milieu. Sara Van Dyck vindt het opmerkelijk dat CD&V dit argument aanhaalt, niet omdat het volgens haar niet zou kloppen maar omdat CD&V zelden standpunten inneemt die milieu en klimaat vooruit helpen.

PVDA stelt dat prijsprikkels weinig impact hebben op het energieverbruik en dus evenmin op het milieu, en dat ze  wel sociaal onrechtvaardig zijn doordat het moeilijker is voor lagere inkomens om verder te besparen als de prijs stijgt. Bond Beter Leefmilieu benadrukt dan weer dat de kost van energie het verbruik wel degelijk beïnvloedt en dat juist een BTW verlaging asocial is.
De standpunten van PVDA en groene beweging liggen echter minder ver uiteen dan het lijkt: Alhoewel  Sara Van Dyck van BBL erop wijst dat een dalende energieprijs het verbruik doet stijgen op de lange termijn erkent ze dat de impact op de korte termijn veel beperkter is en ze geeft toe dat een gezin met een lager inkomen dat een woning huurt minder in staat is om  haar energieverbruik te laten zakken  dan een middenklassegezin dat zelf een woning bezit, of dan een onderneming. Een armer gezin zal er dus inderdaad minder goed in slagen om na een prijsverhoging de extra kost te compenseren door haar verbruik te beperken.
Daarom is het voor zowel PVDA als de groene beweging belangrijk dat er door eigenaars geïnvesteerd wordt in energieëfficientie.
Maar terwijl PVDA vooral het effect van een BTW verlaging voor de lagere inkomens ziet, stelt BBL dat “het grootste financieel voordeel naar de grotere verbruikers zal gaan zoals de gezinnen met zwembad, jacuzzi of zonnebank. Daarom is dit een asociale maatregel. Het is dus beter om dat belastingsgeld  te gebruiken voor een investering in het verminderen van het gebruik bij de lagere inkomens dan om het aan alle energieverbruikers te geven”.

Een mogelijk compromis zou erin kunnen bestaan de energiekost in schijven te laten stijgen en de eerste schijven goedkoop te houden. Dat bestaat nu al gedeeltelijk in Vlaanderen via de gratis stroom. Een getrapte prijszetting bestaat  in Californië en werd onlangs in Wallonië ingevoerd, zegt Sara Van Dyck. Het lijkt er echter op dat BTW niet daarvoor niet zal kunnen gebruikt worden aangezien Europa geen getrapte BTW tarieven toestaat. De energietarieven zelf en zeker de  distributiekosten zouden mogelijks wél  progressief ingesteld kunnen worden. Bovendien zal Vlaanderen in de toekomst niet meer naar het federaal niveau kunnen wijzen aangezien de bevoegdheid over prijszetting van energie naar de gewesten verhuist.