- Redactie Radio Centraal - https://redactie.radiocentraal.be/Home -

Erik De Bruyn – Levenslang Links

Erik De Bruyn (r) en Peter Veltmans (l)

We hebben Eric De Bruyn in de studio om het te hebben over zijn boek “Levenslang Links“.
Toen hij in 2007 een gooi deed naar het voorzitterschap van sp.a (Vooruit) had De Bruyn  al 30 jaar links engagement op de teller staan; zijn verhaal is dus veel rijker dan dit ene moment.
Een gesprek over, onder andere, foute familie, wapentransporten, partijpolitiek en die van de sociaal-democratie in het bijzonder, de klein-linkse biotoop, PVDA en woke.
    

We haalden Peter Veltmans (SAP, ACOD)  erbij,  hij schreef een uitgebreide bespreking van “Levenslang Links”

RC: Waarom dit boek?
Erik De Bruyn: “Naar aanleiding van 100 jaar Rusissche revolutie wilde ik een balans opmaken van het Marxistisch engagement en had ik een manuscript geschreven. Ik vroeg Uitgeverij Vrijdag of die dat wilden publiceren.  Karl Drabbe was positief maar anderen zagen het niet zitten. Later, nadat Karl zijn eigen uitgeverij had gestart, heeft hij me gevraagd om het project opnieuw op te nemen en toen ben ik van een wit blad herbegonnen. Met dit boek als resultaat.

RC: Is het resultaat  zoals je het  in 2017 had gepland?
EDB: “Helemaal niet. Het oorspronkelijk manuscript huppelde op twee benen: Enerzijds was het autobiografisch, anderzijds was het een theoretische analyse van de Russische revolutie en mei ’68. Het was dus niet coherent en daarom is het eindresultaat eerder biografisch geworden.”

RC: Komt er nog een boek met Peter Veltmans over de Russische revolutie?
EDB: “Waarom niet, maar je moet ook een uitgever vinden. Er zijn rond 2017 wel boeken gepubliceerd over de Russische revolutie maar blijkbaar verkiest men Angelsaksische en Franse auteurs.”

Peter Veltmans:“Er is ook een gebrek aan linkse uitgeverijen. Er is wel een bekende Belgische linkse uitgeverij (EPO, nvdr) maar zodra je kritiek hebt op het Stalinisme ben je er niet meer welkom. Dat is echt wel een probleem.”

EDB: “In mijn boek ‘ Rooddruk voor een nieuw socialisme‘ uit 2009 had ik een hoofdstuk geschreven over de erfenis van de Rusische revolutie en het bestaande socialisme in Europa. Dat is helemaal geschrapt door EPO.”

RC: Ondanks je links parcours was je familie langs vaders zijde aanhanger van extreem rechts.
EDB: “Ik heb tijdens de Corona-lockdowns een (onuitgegeven, nvdr) roman geschreven die daarover gaat en een hoofdstuk van het manuscript in ‘Levenslang Links’ hernomen. Mijn grootvader langs vaders zijde was in de jaren ’30 een kleine zelfstandig, onafhankelijk kleermaker, die weggeconcurreerd  werd door de opkomende confectie-industrie en daardoor aangesproken werd door het nationaal-socialisme. Hij is lid geworden van het VNV. Zijn oudste zoon, mijn nonkel Jos, is heel ver meegegaan in de collaboratie en is zelfs in Oekraïne geweest als vrachwagenchauffeur voor het Duits leger. Dezelfde afdeling die mensen die weigerden te gaan werken in Duitsland uit hun bed haalde in het Turnhoutse. Hij is daarvoor kort na de oorlog geëxecuteerd. “

“Op een bepaald moment heeft mijn vader dat allemaal uit de doeken gedaan. Dat was schrijnend maar ook boeiend want hij was in 1944, na de bevrijding, noodgedwongen met mijn grootvader gevlucht naar Duitsland. Het relaas dat hij gaf over de laatste maanden van het  Derde Rijk waren adembenemend. Voor alle duidelijkheid: mijn vader heeft daar afstand van genomen en is  onder mijn invloed zelfs lid geworden van de BSP.”

RC: De titel van het  boek zou ‘Uranium’ geworden zijn, waarmee je aangeeft dat je grootvader of nonkel betrokken zouden geweest zijn bij uraniumtransporten voor de Nazi’s.
EDB: “Dat is wat bij de haren getrokken. Mijn nonkel zat in de logistieke afdeling van het Duits leger maar in het boek geef ik daar een draai aan. De plot springt over en weer tussen heden en verleden en gaat over een uraniumsmokkel die start vanuit illegaal gedolven uranium uit Katanga, Congo, die via malafide Libanese handelaars in Iran terechtkomt. Die connecties zijn dan weer gelieerd aan historische connecties tussen Duitse en Iraanse Nazi’s tijdens de tweede wereldoorlog. Er was in Iran destijds effectief sympathie voor Nazi Duistland omdat het land gecoloniseerd werd door de Britten. Uit die historische achtergrond heb ik dus een thriller gedistilleerd.”

RC: Het verhaal over uraniumantransporten doet denken aan hoe je de  Amerikaanse wapentransporten via Antwerpen voor de Amerikaanse invasie in Irak aan het licht bracht.
EDB: “Begin van de jaren ’00 was ik milieu-inspecteur (voor de stad, nvdr). Ik stel op een bepaald moment vast dat er een illegale trafiek is van afval naar Afrika. Toen stelde ik me voor dat die schepen als ze terugkeerde naar Europa een andere illegale lading krijgen, bijvoorbeeld uranium. Dat was de inspiratie van het boek ‘Uranium’.”

“In september 2001 waren de aanslagen in New York. Er moest een schuldige gevonden worden en de VSA wezen naar  Saddam Hoessein.   Dat regime was heel repressief, net zoals andere in de regio. Het was echter vooral een regime dat de oliebronnen in eigen handen hield. De genationaliseerde olie-industrie was een doorn in het oog van de VSA. De VS hebben de Britten en enkele andere landen dan kunnen overhalen om Irak binnen te vallen zonder goedkeuring van de VN, met het argument dat Irak massavernietigingswapens  aan het ontwikkelen was. Een leugen. Het was er alleen om te doen om het regime omver te werpen.  Omdat veel wapens in Duistland opgeslagen lagen kreeg je in 2002 en 2003 via Antwerpen  een stroom van Amerikaanse wapentransporten naar de Perzische golf .  Ik kwam veel in de haven en zag op een bepaald moment die treinen en vrachtwagens met militair materieel. Dat gebeurde allemaal in het grootste geheim en ik heb dat dus in de openbaarheid gebracht.”       

RC: Wat hebben die acties opgeleverd? Deze week kwam trouwens het  nieuws dat we 60 miljoen €  ‘krijgen’ van Europa om onze (spoor)wegen aan te passen om zwaar oorlogsmateriaal uit de VS te kunnen transporteren.
EDB: “We hebben 1000 jongeren op de been gekregen om protesteren, we zijn ook door minister Louis Michel ontvangen maar uiteindelijk heeft het weinig opgeleverd. Michel zei ook niet gelukkig te zijn met de gang van zaken maar dat het niet anders kon omdat we sedert het einde van de tweede wereldoorlog door een verdrag verplicht zijn om wapentransporten van de VSA over ons grondgebied toe te laten.  Er is ondertussen niets gebeurd: dat pact bestaat nog altijd en de Europese Unie legt nu dus inderdaad zelfs 60 miljoen € belastingsgeld op tafel om de infrastructuur voor die transporten te versterken.

 RC: Je gaat rond 1978 naar de universiteit en komt terecht in het protest tegen de verdubbeling van het inschrijvingsgeld. Hoe ben je je aan de linkerzijde gaan engageren? Dat lijkt niet vanzelfsprekend  gezien de eerder rechtse achtergrond van je familie.
EDB:Dat klopt niet. Langs moederszijds was mijn grootvader een socialist. Hij was lid van de vakbond, de partij en had een abonnement op de Volksgazet. Die viel dagelijks in de bus, het Palieterke maar wekelijks.  Toch onstonds mijn affiniteit met socialisme en communisme  niet door mijn grootvader. Die heeft het me zelfs zeer kwalijk genomen dat ik op een bepaald moment reclame maakte voor communisten in plaats van socialisten. Mijn fascinatie voor het communisme was al op mijn 12-13de ontstaan via een voorliefde voor aardrijkskunde: Ik zag de Soviët-Unie  op de wereldkaart en ontdekte hoe alles daar anders georganiseerd was. Heel puberaal, maar ik vond de beelden van de lanen van Moskou met allemaal dezelfde auto’s zeer fascinerend:  ‘Eigenlijk is het toch een goed idee en veel efficiënter om één model van een bescheiden auto te ontwikkelen in plaats van al die verschillende merken zoals in het Westen. Dat is toch veel goedkoper en zal iedereen toelaten om een auto te hebben. Dat communisme is toch zo dom nog niet.’, dacht ik.  Zo ben ik  me dus voor het  communisme gaan interesseren. Op de scholen waren jongerenorganisaties prominent aanwezig, RAL, AMADA, KPB.”

“Ik had me dus communist verklaard en wilde me aansluiten bij de communistische jongeren. Ik koop hun krantje en vul het strookje in waarin ik meld meer te willen weten. Maar krijg dan geen enkele respons… Een tijde later staat in het universiteitsrestaurant een grote stand van de Actief Linkse Studenten, de studentenorganisatie van de sociaal-democratie. Ik heb me dus bij de ALS aangesloten. Het waren dan wel geen communisten maar het overwicht van de rechterzijde was te groot om niets te doen en  ik zou binnen de BPS, die dus niet radicaal genoeg was, wel mijn gedacht zeggen. Toen bleek dat binnen de BSP al een Trotskistische stroming aanwezig was, namelijk  Vonk,  en zo ben ik daarin gerold. Op dat moment had Vonk zelfs de controle over de  ALS overgenomen.”   

RC: Dat brengt ons bij de verschillende stromingen ter linkerzijde. Hoe zit dat eigenlijk in elkaar? Wat is het verschil tussen Trotskisme, Maoïsme en Stalinisme?
Peter Veltmans:Dat moet historisch gesitueerd worden en dat bepaalt het verschil.  De Russische revolutie probeert na 1917 een nieuwe samenleving tot stand te brengen.  In moeilijk omstandigheden  na de eerste wereldoorlog en een vernietigende burgeroorlog.  Bovendien sterft Lenin waardoor een machtsstrijd onsttaat die gewonnen wordt door een stroming rond Stalin die een zeer autoritair, patriarchaal, paternalistisch en nationalistisch idee heeft over hoe de Soviët Unie er bovenop moet komen. Dat model wordt zeer dictatoriaal opgelegd. Er was oppositie die zich kristaliseerde rond Trotski die ook stond voor een radicaal maar toch meer democratische en vooral meer internationalistische aanpak. Het Stalinisme heeft zich gefocust op het eigen land terwijl dat volgens de Trotskisten niet mogelijk is: ‘ de vrijheid moet er zijn voor alle volkeren’.   Dat is nog altijd het verschil tussen wat men Maoïsten noemt en de Trotskisten.”

RC: En wat is  Maoïsme dan?
PV: “Buiten de verwachting van Stalin kwam er toch nog een tweede revolutie, in China. Dat leidde na verloop van tijd tot spanningen. China heeft zijn eigen variant op het Stalinisme georganiseerd, het Maoïsme, en past dat nog altijd toe. “

RC: En hoe zit het dan met Cuba?
PV: “Cuba is een apart geval. De revolutie in Cuba werd niet geïnspireerd door het Marxisme, wel eerder door een nationalistisch anti-imperialisme. Als gevolg het isolement van Cuba door de VSA heeft het Cubaans leiderschap zich gericht tot de enig mogelijke bondgenoot destijds, de Soviët-Unie, waardoor ze zich een aantal attributen van het Marxisme eigen gemaakt hebben. Initieel werden de Trotskisten ook in Cuba vervolgd. Na de val van de Soviët-Unie zijn ze daar ook soepeler in geworden.” 

RC: Je zat dus met Vonk binnen de sociaal-democratie, Erik De Bruyn, en die relatie verliep  niet altijd vlot. Ze werd je in 1985 op het matje geroepen bij de schepen van onderwijs Jos Van Elewyck.
Erik De Bruyn: “Ik was na mijn universitaire opleiding in Brussel teruggekeerd naar Antwerpen. Vonk volgde de strategie van het Entrisme. Het Entrisme was geconcipierd door de trotskisten als tijdelijke taktiek om in een periode van zwakte in de traditionele organisaties, de sociaal democratische partij en de vakbond, tijdelijk te gaan werken als Trotskist en die te beïnvloeden.  In Groot-Brittanië waren een aantal bewegingen daarmee bezig. Dat is te verklaren door het kiesstelsel daar waarbij de winnaar alles krijgt. Het gevolg is een tweepartijstelsel en een concentratie van al wat links is binnen Labour. De sterkste vleugel was de Militant Tendency met een internationale organisatie, the Committee for a Workers’ International (CWT). Via Yves Miroir,  gemeenteraadslid van de SP in Oostende, hadden die voet aan wal gekregen in Vonk. De orders kwamen uit Engeland waar de strategie bepaald werden. Ik moest dus regelmatig naar Londen om instructies te ontvangen.” 

RC: Dat klinkt niet toch niet zo democratisch-Trotskistisch als de orders allemaal centraal in Londen genomen worden?
EDB: “Het Democratisch Centralisme loopt op twee poten, hé. Democratie en centralisme.” (lacht)”

RC: “Ok, leg eerst maar verder uit wat Entrisme is en daarna het Democratisch Centralisme”
EDB: “Bij het Entrimse ga je dus als een soort koekoek je organisatie opbouwen in een ander nest. Ted Grant, de grote idioloog van die winkel zei altijd ‘ Als de klassenstrijd opflakkert gaan de arbeiders eerst via hun traditonele organisaties, de vakbond en de sociaal-democratie, ageren. We moeten daar dus ook zijn en onze er revolutionaire krachten opbouwen’. “

“Ik werd dus lid van de jongsocialisten in Antwerpen . Niet zonder succes want ik werd verkozen tot voorzitter van de lokale afdeling, de grootste van de Jongsocialisten. Ik stond op het punt dat ook te worden van de federatie, het arrondisement Antwerpen. Dat was het moment dat ik op het matje geroepen door Jos Van Elewyck, samen met Bob Cools de sterkhouder van de Antwerpse SP afdeling. Van Elewyck deelde heel brutaal en autoritair mee dat het met mij gedaan was  binnen de sociaal democratie. Enkele weken later werd ik buitengesmeten. “

RC:  En wat was zijn probleem?
EDB: “Het probleem was dat ik lid was Vonk. Niet geheel ten onrechte. Er was wel tendensrecht, je mocht dus afwijkende programmapunten aanhangen, maar met Vonk waren wij een partij in de partij. We hadden onze eigen ‘celvergaderingen’, ons eigen Centraal Comité, onze eigen congressen.  Statutair was dat niet toegelaten binnen de SP.  In 1964 was er al het Onverenigbaarheidscongres geweest waarbij onze voorgangers toen uit de partij gegooid waren. Een aantal mensen had zich als tendens geherstructureerd binnen de sociaal democratie, met het blad ‘Links‘. De anderen zijn dus vertrokken en hebben dan de RAL opgericht die later de SAP geworden is.”

RC: Had Van Elewyck dan geen gelijk?
EDB: “Louter statutair had hij inderdaad gelijk.”

RC:  Dat een partij binnen de partij niet kan volgens de partijstatuten is niet onlogisch of ondemocratisch, zolang binnen de partij beslissingen op een democratische manier genomen worden.  
EDB: “Inderdaad. Maar dat was niet zo, en dat is nog altijd niet het geval. In geen enkele partij trouwens. Wij waren een club van militanten maar aan de top van de partij zit ook een club die de beslissingen neemt in een parallel circuit. “

RC: Zijn we daarmee aanbeland bij het Democratisch Centralisme?
EDB: “Democratisch Centralisme wordt tegenwoordig nogal snel geassocieerd met communisme maar elke grote politieke partij is tot op zekere hoogte democratisch centralistisch: je kiest afgevaardigden die naar een hoger niveau van de organisatie gaan. Dat gaat zo verder tot je bij een centraal orgaan/comité commit uitkomt dat dan democratische discussies voert tussen de afgevaardigden uit de verschillende secties. Dan wordt meerderheid tegen minderheid een standpunt ingenomen dat het partijstandpunt wordt tot nader order. Het punt is dat dit systeem snel geperverteerd kan worden. Fracties binnen het centraal comité kunnen de beslissingen naar hun hand zetten waardoor er niet veel overschiet van de democratische besluitvorming.”

Peter Veltmans: “Er valt weinig aan te merken op het concept van democratisch centralisme.  Je moet het standpunt van een organisatie in een samenleving met één stem kunnen verdedigen. Maar je moet dit  beschouwen als een dialectisch proces, terwijl men dit veelal herleidt tot een monolitich proces.  Dialectisch betekent dat het voortdurend in beweging is: de leidende groep moet constant zichzelf bevragen en interageren. Als je echter met een leiding zit die het heel leuk vindt om aan de leiding te zitten dan ontstaat nogal snel de neiging   om die interactie te beperken of zelfs onmogelijk te maken, zoals bijvoorbeeld bij de Stalinistische organisaties het geval is. Maar ook bij de Trotskisten is de toepassing van het pricipe soms heel problematisch: ofwel leidt het tot voortdurende scheuringen van groepen die vinden dat hun mening niet aan bod komt, ofwel leidt het tot parnanoia bij de leiding die splitsingen wil vermijden, wat paradoxal genoeg tot nog meer splitsingen kan leiden. Het komt erop aan om op een volwassen manier met het evenwicht democratie/centralisme om te springen.”

RC: Het incident met Van Elewyck dateert van 1985. Erik De Bruyn, je was toen ‘vrijgestelde’ en werkte heel hard voor Vonk tegen een zeer laag loon maar tegen het einde van het decennium kwam daar een eind aan.   
Erik De Bruyn: “In ’89 viel de muur en er was grote verdeeldheid over de oorzaken en hoe het verder moest. Die discussie brak ook los binnen de Trostkistische Committee for a Workers’ International (CWT). Er werden verwijten over en weer gegooid waardoor  de internationale organisatie uit elkaar viel uit en ook de nationale secties. Toen wilde ik ermee stoppen. “

RC: Over die periode schrijf je dat de instabiliteit in Oost Europa voor het Westen in geen geval mocht uitmonden in een democratisering van het socialisme.(p125) Leg dat eens uit?
EDB: “We, Trotskisten,  hadden de jaren vóór de val van de muur al een analyse gemaakt en zagen twee mogelijkheden voor de verdere evolutie van Oost-Europa. Ofwel zou er een terugval naar het kapitalisme komen ofwel zou er een politieke revolutie komen waarbij de centralistisch/stalinistische geleide planeconomie  zou gedemocratiseerd worden. Dat laatste scenario was niet zo onwaarschijnlijk want in 1956 was er al een poging in die richting geweest in Hongarije, ook in  Tsjechoslowakije in 1968. Het idee van het democratisch socialisme is dat sleutelsectoren van de economie democratisch moeten bestuurd worden door de gemeenschap in plaats van door private maatschappijen. Ook vandaag is dat een heel actueel debat, zoals de moeilijke onderhandelingen met Engie aantonen.  Dat basisprincipe van het communisme, de overheidscontrole van de sleutelectoren, wordt gekoppeld aan een democratische besluitvorming die er tijdens het Stalinisme niet was. Alle pogingen in Oost-Europa waren door de Soviët-Unie  onderdrukt. “

“Als de democratische protestbeweging in  Oost-Duistland op gang komt is de slogan ‘ wir sind das Volk’. Sluipend verandert dat naar ‘wir sind ein Volk’ en wordt de boodschap dat er een ‘hereniging’ met West Duistland moet komen, met de bondsmark als gemeenschappelijke munt.   Het is die stroming die het gehaald heeft, mede door de actieve inmenging van het Westen. De zaak is dus niet gekanteld richting politieke revolutie maar richting restauratie van  het kapitalisme. Wij probeerden ook de zaak te beïnvloeden maar hadden niet de middelen van de grote Westerse politieke partijen.”

RC: Je schrijft ook dat er geen enkel verband is tussen democratie en kapitalisme (p156), iets dat tegenwoordig regelmatig als een vanzelfsprekendheid geponeerd wordt. Je stelt zelfs de vraag of een sociaal-progressief beleid in het Westen wel getolereerd wordt.
EDB: “Daar verwijs ik naar bijvoorbeeld Rusland na 1917 en Cuba na 1959 maar ook Chili, Venezuela of Griekenland meer recent. Griekenland en Venezuela zijn voorbeelden waarbij volgens de spelregels van de burgelijke parlementaire democratie een partij aan de macht komt die zegt dat ze het anders gaat aanpakken. Dat is dan niet naar de zin van de financiële organismen (het IMF, de ratingbureau’s en de Wereldbank)  en de  machtscentra. Bijgevolg kom je in een isolement terecht waardoor je naar  een oorlogseconomie moet overschakelen. Je kunt niet meer importeren en exporteren met onvrede bij de bevolking tot gevolg waardoor je ertoe gedwongen wordt je autoritair op te stellen. Het gevolg is ofwel automatisch een degeneratie tot een autoritair system, ofwel een capitulatie, zoals in het geval van Griekenland (in 2015).”

“Ik ben heel pessimistisch geworden. Peter zei dat het evenwicht tussen democratie en centralisme een grote maturiteit vraagt. Ik vrees dat dat niet gegeven is aan de mensen.  Bovendien dringt de tijd: we zitten met de klimaatopwarming en de ineenstoring van de biodiversiteit en kunnen  dus  de cycli van tragedie gevolgd door grap, zoals Marx het stelt, niet blijven herhalen.  De bobijn is bijna op. Ik ben daarom geneigd om compromissen te sluiten om toch nog een paar meubels te redden, zo pessimistisch ben ik geworden…”

RC: Je moeten het nog over je worp naar het voorzitterschap van sp.a hebben in 2007. De aanloop was de oprichting van ‘sp.a-rood’ in 2005
EDB: “Dat was een reactie op het Generatiepact. De opvatting die nog altijd opgang maakt en compleet fout is dat je langer moet werken om de pensioenen betaalbaar te houden. Moest de lengte van de carriere bepalend zijn voor de betaalbaarheid  van de pensioenen dan  zouden ze in Indië heel hoge penisioenen  moeten hebben. Neen, wat telt is de productiviteit van de arbeid. “

“Het conflict over het generatiepact was de botsing in 2005 tussen de syndicale vleugel en de meerderheid van de partij die in de regering zat. De syndicale zijde was verbrokkeld en die hebben we met sp.a Rood verenigd. Sp.a Rood was geen partij binnen de partij maar een echte tendens, een opiniestroming.” 

“Het initiatief van sp.a Rood slaat aan en in 2007 verliest sp.a dan de verkiezingen, onder andere door het generatiepact. Voorzitter Johan Vandelanotte gooit de handdoek in de ring maar maakt de fout om  een opvolgster naar voor te schuiven, Caroline Gennez. Dit vonden we ontoelaatbaar, stalinisme.  Er moest toch een tegenkandidaat zijn?  In onze naiviteit belden we naar Daniël Termont met de vraag of hij geen tegenkandidaat wilde zijn, maar dat wilde hij natuurlijk niet. We beslisten dan maar om iemand uit de eigen rangen naar voor te schuiven en dat werd ik. Dat heeft een enorm succes gehad want het was een niet zo simpel proces in twee stappen. Eerst moest je de de steun krijgen van een aantal afdelingen  met samen minstens 5000 leden, verspreid over minstens drie provincies. Pas dan kon je naar de tweede ronde gaan.”

“Het zag er niet naar uit dat we die tweede ronde gingen halen, tot  op een ledenvergadering van sp.a in het Zuiderpershuis. De gevestigde lichamen van de sociaal-democratie dachten dat ze de stemming voor Caroline Gennez gingen winnen met de vingers in de neus. Nadat de micro dichtgedraaid was heb ik daar toch nog een speech gegeven die begeesterend genoeg was en me 60% van de stemmen opleverde. Doordat ik de afdeling Antwerpen gewonnen had kon ik door naar de tweede ronde. “

“Onze baseline was ‘naar links en dan vooruit’. De booschap was dat het partijprogramma duidelijker en linkser moest zijn om vooruit te geraken. We verzetten ons tegen  de derde weg die gepropageerd werd door Frank Vandenbroucke die de mostaard gehaald uit  het Engeland van Tony Blair. We stelden dat we naar de oorspronkelijke doelstellingen en het oorspronkelijk programma van de sociaal-democratie terug moesten, een links reformistisch programma. Ik heb toen de nationalisatie van de energiesector voorgesteld. Een standpunt waar de partijleiding niet achter stond. Blijkbaar waren er echter veel partijmilitanten die zich wel in ons programma herkenden.”

RC: Uiteindelijk haalde je bijna 34% van de stemmen, een groot succes. Na dat resultaat vroeg je om ook deel te kunnen nemen aan het bestuur van de partij. Wat was de respons?
EDB: ” Dat dat allemaal niet kon wegens statutaire procedures.”

RC: In je boek beschrijf je een debat in Leuven waarna partijgenoot Bruno Tobback  met de concurerende politici vriendschappelijk samen aan de toog gaat hangen maar jou totaal negeert.
EDB: “Inderdaad. Ik werd toen echt beschouwd als een nestbevuiler. Niet alleen door de sociaal-democraten trouwens, ook door de andere partijen. Ik herinner me nog dat tijdens een ander debat waaraan ik deelnam Bart De Wever (N-VA) begon te fulmineren dat ik de nestbevuiler was van de sociaal- democratie en bij uitbreiding van de ganse politieke kaste. Het was not done dat je een rol ging spelen in de nationale politiek zonder dat je daarvoor gevraagd was door een partijleiding.  Ze hoopten allemaal dat in hun partij geen ongeleid projectiel zou naar boven schieten. Er was echt een vicerale haat van de politieke kaste tegen De Bruyn. Na dat debat in Leuven heb ik dat dus fysiek mogen ondervinden: Alle partijvertegenwoordigers stonden inderdaad samen aan de toog met hun rug naar mij.”

Peter Veltmans: ” Het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat alle anderen het over één ding hartsgrondig wél eens waren: namelijk de Neoliberale Concensus.    Daar staan ze allemaal achter en dat mag je niet in de war sturen.

Erik De Bruyn: “Ja, inderdaad.”  

RC: Je bent zeer kritisch over PVDA. Enerzijds heb je de werking van die partij en anderzijds het programma, idiologisch. Is de kritiek op beide aspecten? Je ziet  met lede ogen aan hoe de linker zijde opgeslorpt wordt door PVDA. 
Erik De Bruyn: “Als het over de werking gaat: dat Raoul Hedebouw de volgende voorzitter zou worden stond al een half jaar op in de mainstream media te lezen. Ik denk niet dat er meerdere kandidaten waren. Dat vind ik al een autoritair trekje en een teken aan de wand.”

RC: Uiteindelijk werd bij sp.a Caroline Gennez ook op een gelijkaardige manier naar voren geschoven. En dan hebben we het nog niet over het voorzitterschap van Bart De Wever. (Noot: In 2021 probeerde N-VA zelfs de verkiezingen van de protocolaire ondervoorzitter te framen als een toonbeeld van haar  democratische werking)
Erik De Bruyn: “Inderdaad, maar als ik dat  gedrag problematisch vindt dan kan ik toch niet naar de PVDA stappen  waar het nog erger gesteld is?  Je kunt van de liberalen zeggen wat je wilt maar ze houden al jaren voorzittersverkiezingen met meerdere kandidaten.   Bij de sociaal democraten was het aan het beteren maar bij de laatste verkiezingen was het ook alleen Conner Rousseau dat de klok sloeg.”

RC: Je kritiek gaat over het feit dat  werking van PVDA sektarisch is. Je geeft een voorbeeld in je boek van hoe  PVDA een actie probeert te kapen.
EDB: “De boodschap van PVDA is altijd dat enkel de PVDA soelaas kan brengen. Stelt er zich een probleem, dan is de boodshap dat iedereen faalt: de overheid en alle andere partijen. Alleen PVDA staat op de bres voor de gewone mens… Zeer sektarisch.”

“Na de overstromingen in  de Vesdervallei zijn ze gaan helpen, heel nobel, maar ze waren niet de enige, ik ben ook gaan helpen en er zijn nog duizenden mensen gaan helpen.  Maar PVDA toetert dat zij helpen en dat niemand anders het doet. Hetzelfde met de Covid pandemie… Elk probleem wordt ook geïdiologiseerd en is koren op de molen in de strijd tegen het systeem.”

RC: Peter Veltmans,  je bent ondanks je  Trotskistische achtergrond,  toch op de PVDA lijst gaan staan.  
Peter Veltmans: “Al drie keer. Wel altijd heel duidelijk als onafhankelijke met eigen propagandamateriaal en ordewoorden.”

RC: Een soort Entrisme binnen de PVDA?
PV: “Helemaal niet. We staan gewoon naast, tegenover als je wilt, en hopenlijk in debat met PVDA. Met succes trouwens: 1800 voorkeurstemmen voor de lokale lijst in Antwerpen.”

“Volgens mij is het probleem van PVDA niet idiologie of methode maar de strategie. Wat is de strategie naar de macht?  Wel, de PVDA volgt dezelfde strategie als die van de sociaal democratie aan het einde van de negentiende eeuw: ‘laten we een Zuil bouwen, een tegensamenleving binnen de bestaande kapitalistische ordening’. Alleen zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw de zuilen verdampt.  De strategie  van PVDA om een zuil op te bouwen zal uitdraaien op een zuiltje dat zich eerder isoleert van de samneleving, in plaats van een tegenmacht te vormen.”

“De echte  politieke successen van PVDA komen er als ze die (zuilen)politiek niet toepassen.  Bijvoorbeeld de middelen die ze hebben losgekregen voor de zorgsector, een geweldige overwinning. Net als de campagne voor de verhoging van het minimumpensioen  tot 1.500 €: eerst overgenomen door de vakbonden en daarna door bijna alle politieke partijen. Een derde voorbeeld dat nog niet succesvolg afgerond is maar zeer belangrijk zou kunnen worden is  het wetsvoorstel Hedebouw-Goblet. De loonblokkeringswet van 1996 die verhindert dat de lonen  stijgen is een groot probleem.  Raoul Hedebouw heeft samen  wijlen  Marc Goblet van de PS (en ABVV) een wetsvoorstel ingediend (om de loonnorm niet langer bindend te maken), ondanks de tegenkanting  van de PS. “

RC: Is het niet de PS die hier uit zijn zuil getreden is, eerder dan PVDA?
PV: “Neen. Het voorstel komt van Hedebouw, maar hij heeft Goblet ervan kunnen overtuigen om de menig van de vakbonden te vertolken.”  

Erik De Bruyn: “Al goed dat de PVDA miltanten er niet in geslaagd zijn Goblet te overtuigen zich bij de PVDA aan te sluiten, anders zou het intitatief ook niet gelukt zijn.”

“Want dat proberen ze altijd: ‘sp.a rood  en Vonk dat heeft geen zin! Sluit je aan bij de PVDA!’. Maar als elke linkse militant van de sociaal-democratie zich aansluit bij PVDA dan staat er op den duur een Berlijnse muur tussen de PVDA en de sociaal democratie en krijg je een geïsoleerde kracht.  Ik noem de PVDA een steriliseerbokaal voor linkse stemmen. Je trekt een hoop stemmen naar je toe maar er gebeurt niets met die stemmen dus is dit ultiem slecht voor de links/rechts krachtverhouding in de samenleving. Dat is de rol die de PVDA speelt.”

Peter Veltmans: ” Ik begrijp de analyse van Erik,  maar ondertussen staat PVDA er wel met die kiezers en de vraag is hoe we daarmee omgaan. Volgens mij  moeten we hen meetrekken in éénheidsinitiatieven, liefst zo groot mogelijke, om hen uit de zuilstrategie los te wrikken. Ik denk dat ze dat uiteidelijk ook zullen moeten doen: als PVDA bij de volgende verkiezingen in Wallonië zodanig veel stemmen haalt dat ze incontournable worden, zoals de peilingen voorspellen,  dan gaan ze toch moeten zeggen hoe ze die macht gaan invullen.”

PS: Ik zie momenteel ook op Antwerps niveau weinig samenwerking tussen PVDA en de andere (democratische) oppositiepartijen. 
Peter Veltmans: “Met eenheidsstrategie bedoel ik niet zozeer samenwerking, maar een  aanpak met ordewoorden waar de bevolking achter kan staan.”

PS:  Erik De Bruyn, je stekt in je boek dat PVDA overgenomenis door Woke, ook Groen. Wat is Woke en waarom is die invloed zo sterk?
Erik De Bruyn: “Woke is een heel monumentaal hoofdstuk op zich waarop ik het met Peter later nog eens (meer uitgbreid) op wil terugkomen.  Peter zegt dat ik van woke een amalgaam maak. Ik heb dat amalgaam niet gemaakt, dat is gemaakt aan elite-universiteiten in Californië in de VSA. Het gaat over  Marxistische ideeën die de oceaan zijn overgestoken naar de VS, daar in een incubator in dure elitaire universiteiten zijn gemixt met andere begrippen, inzichten en fenomenen en nu als en soort lachspiegel naar hier teruggekomen zijn onder de vorm van Woke.”  

” Kort door de bocht gesteld ziet woke een hele reeks andere breuklijnen in de samenleving dan de klassentgenstellingen. Bijvoorbeeld breuklijnen tussen ‘mainstream seksualiteit’ en minderheidsgroepen. Dat wordt heel sterk geïdiologiseerd wordt, wat ik verschrikkelijk vindt. De tegenstelling tussen de verschillende religies, tussen culturen, tussen mannen en vrouwen …. Dat introduceert een ongelooflijk verdelend discours binnen de linkerzijde, met gigantische gevolgen. Kijk maar naar de saga vorig jaar binnen Les Verts en Nupes met Sandrine Rousseau,, een zelfverklaarde ‘ecofeministe’ . Ze   zegt dat je moet stoppen met vlees eten. Ik eet al 30 jaar geen vlees maar volgens Rouseau moet je niet stoppen met vlees eten omdat het slecht is voor het klimaat maar omdat dat een symbool is van toxische mannelijkheid. Wel, met zulke stellingen ben je niet bezig met het vormen van een internationale van activisten  maar wel met een ongelooflijke interne strijd. Het resultaat was dat iedereen elkaar de kop insloeg: een voorzitter werd gecontesteerd omdat hij zijn vrouw in het verleden ooit zou geslagen hebben,  een volgende kandidaat zou een ex lief geterrorisseerd hebben, enzovoort…. Het was echt bijltjesdag, Robespierre…”

RC: Bart De Wever is nu bezig met een ronde over woke.  Zit je daar op één lijn met hem?
EDB: “Helemaal niet!  Woke zit veel meer op een lijn met De Wever want ze geven hem de pap in de mond.  Het verschil tussen wat De Wever doe en mij is dat hij denkt  dat woke een aanval is op de Vlaamse eigenheid. Mon oeil!  Woke is een aanval op het universalisme, het humanisme, op de wetenschap. Dat heeft met Vlaams zijn niets te maken.”

Peter Veltmans: “Op ben akkoord dat er een ontsporing is in identitair denken. Maar die reactie slaat door. Er stond onlangs een analyse van een Oekraïnse socioloog in de New Left Review waarin hij zegt dat identiteitspolitiek een groot probleem vorm voor  de Oekraïnse natie. Hij stelt dat we weer terug moeten doen zoals tijdens de jaren zestig,  toen de bevrijdingsbewegingen van de zwarten en vrouwen ingebed waren in een universeel kader. Dat is nu niet het geval volgens hem. Maar hij vergist zich als hij denkt dat dat in de jaren zestig anders was. Malcolm-X  was in het begin ook zeer indentitair en  alleen  geïinteresseerd in de bevrijding van de zwarte natie. De rest kon hem eigenlijk niets bommen. Ook een deel van het radicaal feminisme was ook alleen bezig met zelfemancipatie. Het is pas door de inbreng van, onder andere Marxistische, denkers in die bewegingen dat de zaak meer opengetrokken werd en ingebed raakte in een breder emancipatorissch streven.”

“We moeten dus niet proberen om met de uitwassen (van woke) in debat te gaan, dat heeft geen zin. Wel met de mensen die op een oprechte manier opkomen tegen hun eigen onderdrukking om ze proberen bijeen te brengen in een internationale van activisten.”