- Redactie Radio Centraal - https://redactie.radiocentraal.be/Home -

Dekolonisering: de Haïtaanse revolutie


Jean Jacques Dessalines

In het kader van Black History Month duiken we met Koen Bogaert (Ugent) in de koloniale en anti-koloniale geschiedenis. Daarbij kan je niet rond de Haïtiaanse revolutie (1791-1804), die weliswaar minder aandacht krijgt in onze geschiedschrijving dan de Franse en Amerikaanse revoluties, maar volgens Bogaert minstens zo belangrijk is. In zijn boek In het spoor van Fanon (EPO, 2023) beschrijft Bogaert op een zeer toegankelijke manier hoe men trachtte kolonialisme, onderdrukking en slavernij in de geschiedenis te normaliseren. En toch bestond er altijd verzet tegen dat kolonialisme, tegen de onderdrukking en de slavernij. Verzet dat eeuwen geleden uitmondde in de Haïtiaanse revolutie, die de koloniale denkers wereldwijd inspireerde en blijft inspireren.

In de introductie (deel 1) hebben we het kort over Frantz Fanon. Hij is een Frans Martinicaanse psycholoog die in de jaren 50-60 betrokken raakte bij de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. Zijn boek Les damnés de la terre had een belangrijke invloed op het panafrikanisme en de dekoloniseringsstrijd. Zijn intellectuele zoektocht brengt hem terug naar de Haïtiaanse revolutie.

In deel 2 bekijken we het belang van verhalen in de geschiedenis. Volgens de Haïtiaanse antropoloog Michel Rolph Trouillot betekent geschiedenis twee zaken: enerzijds wat er gebeurd is, anderzijds wat we zeggen dat er gebeurd is. Geschiedschrijving (verhalen) draait grotendeels op wie de macht heeft verhalen te vertellen. Zo wordt kolonialisme verantwoord als een beschavingsmissie, een ontwikkelingsmissie. Later in de geschiedenis tracht men een diverse groep onderdrukten onderling te verdelen op basis van de uitvinding van ‘ras’. Dit was een instrument om het gezamenlijk verzet van de onderdrukten te breken, de klassenstrijd een halt toe te roepen.

Hoe het kolonialisme en kapitalisme onderling met mekaar verbonden zijn horen we in deel 3. De organisatie van arbeid, het controleren van grote groepen arbeiders, het ploegensysteem vinden hun oorsprong op de koloniale plantages. Bovendien begon de productie de consumptie te bepalen: suiker, thee, koffie en tabak werden zo goederen voor massaconsumptie.
Wat de term raciaal kapitalisme inhoudt leren we in deel 4. Ook de constructie van ‘ras’ zorgde immers voor een waardecreatie waarbij bepaalde mensen, land en grondstoffen goedkoop werden omdat ze als minderwaardig beschouwd werden. De racialisering van de arbeid zorgt ervoor dat die goedkoop wordt en ontwikkeling op mondiale schaal mogelijk wordt.

Nog in deel 4 horen we dat één van de rijkste kolonies Saint Domingue was, het huidige Haïti. Tot slaaf gemaakte mensen gingen al langer in verzet tegen de terreur van het koloniale systeem en de slavernij op de plantages, maar vanaf 1791 wordt de beweging revolutionair en leidt uiteindelijk tot de onafhankelijkheid in 1804.


“Op het moment dat die Haïtiaanse revolutie plaatsvindt, is dat een hot topic in Europa. Pas daarna schrijft men dat terug uit de geschiedenis: op het moment dat men er in geslaagd is om het gevaar Haïti terug te onderdrukken en die onafhankelijke staat internationaal onschadelijk te maken door een zware blokkade, zware herstelbetalingen die ze werden opgelegd”.

De naam Toussaint Louverture wordt alom geassocieerd met de Haïtiaanse revolutie. Maar het is Jean Jacques Dessalines die de idealen van de revolutie radicaler maakt en zo de onafhankelijkheid bewerkstelligt. Bovendien ondergraaft hij het dominante discours van de koloniale machten: ieder burger van Haïti wordt in de grondwet van 1805 als zwart beschouwd. Zwart sloeg niet meer op kleur, maar op politieke loyauteit aan de idealen en principes van de revolutie.

Tot slot bespreken we in het vijfde en laatste deel kort hoe inspirerend de Haïtiaanse revolutie was. Ideeën over gelijkheid van mensen, rechtvaardigheid en vrijheid hebben een andere betekenis gekregen door die revolutie. Het is belangrijk dat te erkennen, stelt Bogaert. Hoewel de Haïtiaanse revolutionairen, net als Fanon, vertrekken vanuit zwarte onderdrukking die gebaseerd is op racialisering en hun uitbuiting, nemen ze wel iedereen mee in hun idealen en hun strijd.