Redactie Radio Centraal Rotating Header Image

Schepen Luc Bungeneers over de Antwerpse stadsfinanciën

Share

Luc Bungeneers (links)Het politiek compromis rond Oosterweel bracht ook een dikke factuur mee voor Antwerpen, wat door schepen voor financiën Luc Bungeneers (Open-VLD) niet gepruimd werd. Toen al namen we ons voor om de man eens te vragen voor een gesprek over de zaak en over de Historische Stadsschuld.  Uiteindelijk zou het nog bijna een jaar duren voor we hem contacteerden, en dus trokken we de zaak dan ook maar wat breder.

We beginnen met de Historische Stadsschuld. Voor Bungeneers is die veroorzaakt door een gebrek aan budgettaire discipline, eerder dan door het feit dat Antwerpen zelf de uitbouw van zijn haven heeft betaald. “Ik ben niet bereid om, zoals al die burgemeesters die nu overal in Antwerpen standbeelden hebben gekregen, de schulden door te schuiven naar de jonge generatie die het dan maar moet oplossen.”

Deel 2 gaat over het Havenbedrijf, AG Vespa, het OCMW en de Parkeermeters; deel 3 over AWW, de Gemeentelijke Holding en de stijgende pensioenlast. Het voorstel van de federale regering in dat verband om de steden meer te laten bijdragen voor de pensioenen van haar werknemers zou Antwerpen tot 30 miljoen € per jaar kunnen kosten, “maar de onderhandelingen zijn bezig”.
En over Dexia en de Gemeentelijke Holding: “Ik zou wel een erg slechte schepen van financiën zijn moest ik het verlies van dat dividend niet hebben kunnen opvangen”

We sluiten af met een blik op de volgende legislatuur:
Bungeneers pleit voor een andere vorm van stadsfinanciering waarbij een deel van de belastingen in plaats van naar het Gemeentefonds direct naar de steden en gemeenten zoud gaan: “Al die evenementen die Antwerpen organiseert hebben wel zin qua city marketing, maar de meeropbrengsten van de horeca leveren de stad weinig op. De belastingen op die winsten gaan namelijk naar de federale pot.”
De meerkost van de Oosterweel-tunnels valt volgens Bungeneers mee: “We hebben vorige week een limiet afgesproken van de kost voor de stad. Die komt neer op een jaarlijkse kost van bijna 10 miljoen €. Dat bedrag gaat ten koste van het investeringsbudget van 110 miljoen €. Verder zal het dividend dat we krijgen van de Haven niet verminderen.”

Bungeneers verwacht dat er naast de heraanleg van de kaaien weinig geld zal zijn voor andere nieuwe projecten. Het lijkt erop dat, als er een keuze moet gemaakt worden tussen de investeringen in de kaaien en sociale projecten, hij dan voor de nieuwe kaaien kiest.

Links:
Webpagina stad over begroting
VVSG brochure ” Gemeentefinanciën voor niet-specialisten”
– begrotingsdocumenten: Doelstellingennota Budget 2011 ; Toelichting Budget; Meerjarenplan 2011-2013; Strategische nota over Meerjarenplan 2011-2013
– Oosterweel en stadsfinanciën: Collegeverslag 4 oktober 2010

Noot:  Niemand van oppositiepartij Groen! was bereikbaar voor een voorbespreking over het onderwerp.


Deel 1
Radio Centraal: Van waar komt die historische stadsschuld?
Luc Bungeneers (LB): “Die is ontstaan in de jaren ’60 en ’70. Dat kwam andere door de energiecrisis, de stijging van de energieprijzen en de hollende inflatie. In die jaren werden er intrestvoeten betaald van 15% en zelfs meer. De stad Antwerpen, maar ook veel andere gemeenten, schreven openbare leningen uit om hun uitgaven te financieren. Maar dat deed men niet alleen voor investeringen, maar ook om de tekorten te dekken op de ‘gewone begroting’. Die gewone begroting bestaat vooral uit personeels- en werkingskosten.”
“In 1981 kregen Antwerpen en andere steden het door die zeer hoge intrestvoeten alsmaar moeilijker om nog bijkomende obligatieleningen bij de burgers geplaatst te krijgen. De federale overheid moest in 1983 tussenkomen om de toen uitstaande leningen te herfinancieren. Die leningen die in de jaren ’60 en ’70 uitgeschreven waren voorzagen terugbetaling van het grootste pakket in het laatste jaar van de lening. Dat bedrag werd dan terugbetaald met een hernieuwde obligatielening. Dat systeem werd beëindigd door de federale regering in 1983. Vanaf dat ogenblik, toen de federale regering de uistaande lening heeft geherfinancierd, spreken we dus van de Historische Schuld. In 1989 werd de financiële begeleiding overgenomen van de federale overheid door het Vlaams Gewest.”

We horen dat die opgebouwde schuld in eerste instantie kwam doordat Antwerpen zijn haven heeft willen uitbreiden. Dat zijn dan investeringsprojecten. Maar u zegt dat er meer dan dat aan de hand was.
LB: “De grote schulden zijn er vooral gekomen door de lopende uitgaven, niet door de investeringsprojecten. U moet weten dat de stad in die jaren 12.000 personeelsleden tewerkstelde. Dat is inmiddels gehalveerd.”

En het was dus dat, gecombineerd met de inflatie en stijgende intrestlasten?
LB:
“Inderdaad, de stijgende kosten en vooral de inflatie. Je kunt obligatieleningen uitschrijven, maar als je 15% intresten moet betalen dan begint de rentesneeuwbal te rollen. Dat rentesneeuwbaleffect veroorzaakt steeds diepere putten en je moet alsmaar nieuwe obligatieleningen uitschrijven om die putten te dempen en op den duur ontploft dat natuurlijk.”

Terug naar de haven: we hadden ons laten vertellen dat de haven na de oorlog is uitgebouwd door de stad. Dat was toch wel een heel grote (investerings)uitgave die door de stad gebeurd is als de federale overheid daar niet in tussen kwam. En dat zou dan toch de oorzaak zijn van de stadsschuld.
LB:
“Dat is lang voor mijn tijd, en ik ken de investeringsbegrotingen van die tijd niet. Het klopt dat er veel geïnvesteerd is, maar investeringen in de haven verdienen zichzelf op termijn wel terug. Maar het is vooral op de courante uitgaven, de Gewone Dienst dat er heel wat schulden zijn gemaakt en het is vooral moeilijk om die aan te zuiveren.”

Als ik u zo hoor was Antwerpen in het begin van de jaren ’80 zowat het Griekenland van België: teveel uitgegeven, diepe schulden, stijgende rentelasten
LB:
“Het was niet alleen een probleem voor Antwerpen, maar voor alle steden en gemeenten op dat moment want iedereen werd geconfronteerd met stijgende inflatie en intrestvoeten. Maar de werkings- en personeelskosten waren te hoog, ook in andere steden.”

Vanaf 1989 oefent de Vlaamse overheid toezicht uit op de besteding. Er wordt gezegd dat we eigenlijk ‘onder curatele ‘ staan. Wat houdt dat eigenlijk in?
LB:
“We slepen die historische lening al mee sedert 1983. Op die lening is een gewestwaarborg gegeven en zolang die gewestwaarborg loopt kan de Vlaamse regering toezicht uitoefenen op de uitgaven van de stad Antwerpen. We hebben dus een ‘begeleidingscommissie’. Dat is een vergadering die driemaandelijks bijeenkomt met afgevaardigden van de stad en van de Vlaamse regering. Dat loopt vrij vlot. We staan niet echt ‘onder curatele’ maar het is wel zo dat, omdat er een stukje gewestwaarborg verleend wordt op de leningen die we zijn moeten aangaan, het Vlaams gewest daar toezicht op uitoefent.”

De historische stadsschuld zou in 2018 afbetaald zijn maar hoe groot is die lening eigenlijk nog?
LB:
“Het is iets genuanceerder: de totale historische stadsschuld, inclusief de tekorten van de ziekenhuizen, zal maar in 2023 afbetaald zijn. Op het moment dat ik schepen voor financiën werd, in 2001, bedroeg de uitstaande historische schuld 1,127 miljard €. In 2002 was dat 1,071 miljard € en in 2003 nog 1,032miljard €.”

Blijft dat niet zo rond de 1 miljard€ hangen?
LB:
“Neen, het vermindert wel degelijk maar het wordt niet in een sneller tempo afgebouwd omdat we in 2003 geconfronteerd zijn geworden met de problematiek van de OCMW ziekenhuizen. Toen bleek dat er een tekort was in de thesaurie van de OCMW ziekenhuizen van 300 miljoen €. Dan heeft het stadsbestuur in samenwerking met het OCMW alles in het werk gesteld om die OCMW ziekenhuizen te redden. Vandaar dat we op dat moment in onderhandeling zijn gegaan met Dexia, onze huisbankier, om te vragen om die 300 miljoen bij de historische stadsschuld te voegen. In 2003 was de historische schuld dus afgebouwd naar 1,032miljard € maar door het toevoegen van de schuld van de OCMW ziekenhuizen zaten we daarna weer op een schuld van 1,332 miljard € in 2003. Nu, in 2011, staat er nog 971 miljoen € en op het einde van de legislatuur, volgend jaar, zal dat nog 911 miljoen € zijn die op 300 miljoen € na volledig zal afbetaald zijn in 2018. De 300 miljoen van de OCMW ziekenhuizen zal afgelost worden tussen 2019 en 2023. In 2024 is Antwerpen in principe verlost van de historische schuld.”

Betekent dat dan dat in 2024 Antwerpen schuldenvrij zal zijn? Het is toch normaal dat overheden leningen aangaan om investeringen te doen?
LB:
“Tot nu toe had ik het over de historische – en thesaurie schulden. Daarnaast zijn er nog de investeringsleningen waar we jaar na jaar tot een leningplafond van 72,5 miljoen € mogen gaan voor investeringsleningen. Die blijven natuurlijk lopen. Maar dat is niet de grote molensteen rond de nek van Antwerpen. “

Dus we blijven schulden hebben.
LB:
“Ja, maar het gaat over investeringen. Die worden terugbetaald over 20 jaar. Maar we zullen dus geen historische schulden meer hebben. Maar ik ben niet meer bereid om, zoals als die burgemeesters die nu overal in Antwerpen standbeelden hebben gekregen, de schulden door te schuiven naar de jonge generatie die het dan maar moest oplossen. Ik probeer nu een propere lei te creëren, heb een meerjarenplan gemaakt tot 2018 en ik wil niet meer de schulden van de voorgangers naar de toekomst doorschuiven. Ik wil definitief komaf maken met de door de voorgangers opgebouwde schuld zodat in 2023 de historische schuld volledig weg is en dat men dan investeringen kan doen. Ook dan zullen keuzes moeten gemaakt worden, maar dat is altijd zo. Je kan alleen het geld uitgeven dat beschikbaar is.”

We vonden een paar cijfers terug van de totale stadsschuld, dus de historische schuld plus de uitstaande investeringsleningen. In ’93 was dat 1,5 miljard € en in 2011 1,1 miljard €.
LB:
“Dat is in lijn met de 971 miljoen historische schuld die ik eerder vermeldde. Het verschil zijn de investeringsleningen.”

Dat betekent dat, zeker rekening houdende met het feit dat er bijna 20 jaar tussen beide data zit, de reële schuldenlast van Antwerpen sterk gedaald is.
LB:
“Van 2001 tot 2012 is de historische schuld van 1,27 miljard naar 0.92 miljard gezakt. Dan kwam die 300 miljoen erbij voor de redding van de OCMW ziekenhuizen. We hebben op dit moment 500 miljoen afgelost.”

Er is dus controle door de Vlaamse overheid op het budget tengevolge van de historische schuld. Die handboei zal wegvallen in de toekomst. Wat geeft dat voor extra ruimte aan de stad?
LB:
“Als de historische schuld in 2018 afbetaald is, dan zal Antwerpen een bijkomende financiële ruimte hebben van 69 miljoen €, en daar komt dan in 2023 nog eens 60 miljoen € bij na de totale afbetaling van de thesaurietekorten van het OCMW.”

Betekent dat dan dat we meer kunnen investeren.?
LB:
“Ja, 70 miljoen vanaf 2019 en 130 miljoen vanaf 2024.”

 

Deel 2:
Hoe was de financiële toestand van de stad aan het begin van uw mandaat in 2001? Er moest blijkbaar nogal wat gesaneerd worden.
LB:
“De toezichthoudende Vlaamse overheid eist dat er, naast de begroting van het dienstjaar, een meerjarenplanning voorgelegd wordt die 5 jaar ver loopt. Die meerjarenplanning moet in principe sluitend zijn. In 2001 begon de legislatuur met een tekort op de meerjarenplanning (die was opgesteld door Hogo Schiltz, nvdr) van 10 miljard frank of 250 miljoen €. Dan hebben we een saneringsplan opgesteld dat vrij ingrijpend was. We hebben gesaneerd a rato van 60 tot 65 miljoen € per jaar. Niet alleen gesneden, sommige inkomsten zijn ook licht verhoogd. Bijvoorbeeld 0.9miljoen € aan ontradende belastingen van reclamedrukwerk. Dat was niet de grote som, maar we hebben ook het havendividend verhoogd. Sindsdien betaalt de haven een vrij hoog dividend dat nu 12,8 miljoen € is. Daarnaast hebben we sterk ingegrepen op de werkingskosten in het algemeen en in het bijzonder in de werkingskosten en investeringsprojecten van Telepolis (nu Digipolis). We hebben uiteraard ook ingegrepen op de personeelskosten van stad en onderwijs.”

In veel gevallen worden kroonjuwelen verkocht als er gesaneerd wordt. Bedrijven of vastgoed. Is dat hier ook gebeurd?
LB:
“We zijn niet direct overgegaan tot de verkoop van gebouwen. Maar je moet de tering naar de nering zetten dus we hebben wel veel voordelen teruggeschroefd. Er werden destijds veel dienstreizen georganiseerd. Die dienstreizen hebben we toen bijna allemaal geschrapt. Ik heb er geen probleem mee dat mensen dienstreizen ondernemen, maar ze moeten wel een toegevoegde waarde hebben en bij veel van de dienstreizen konden toch vragen gesteld worden. Verder reden veel stadsambtenaren met geleasde auto’s. We hebben het leasen van auto’s toen dus ook aanzienlijk beknot.”

Kregen die mensen dan een fiets?
LB:
“Neen, maar we doen wel inspanningen om andere vervoersmiddelen te promoten en er zijn wel fietspremies.“

U vermeldde al een paar keer het personeelsbestand. Zijn er veel mensen moeten vertrekken?
LB:
“Nu werken nog 6000 tot 7000 mensen aan de stad. De sanering van 2001 leidde niet tot naakte afdankingen. We hebben wel mensen die op pensioen gingen niet vervangen.”

Zijn bepaalde diensten afgestoten of geprivatiseerd?
LB:
“Er zijn geen diensten geprivatiseerd maar wel verzelfstandigd. Het autonoom gemeentebedrijf (AG) Vespa dat zich met vastgoedbeheer bezighoudt, bijvoorbeeld, is opgericht. “

Wat was het belang en nut van het verzelfstandigen van Vespa, behalve dan eventueel het buiten het budget houden van de dienst?
LB:
“De stad Antwerpen beschikt over nogal wat onroerend goed, en dat moet goed beheerd worden. Goed beheren betekent markt conform beheren. Destijds werden er nogal wat panden onder de marktwaarde verhuurd en verkocht. Vespa wordt ermee belast om aan de marktwaarde te verhuren en te verkopen. Dat was vroeger niet het geval en we hebben de puntjes op de ‘i’ gezet.”

En wat levert dat aan de stad jaarlijks op?
LB:
“Een deel van de opbrengsten van Vespa gingen vroeger naar het pensioenfonds, nu komt het in de stadsbegroting. Het bedrag hangt af van de gerealiseerde omzet en verkopen maar het gaat over miljoenen euros.”

Het totaal budget van de stad ligt rond de 1,5 miljard €. 1,2 miljard werkingskost en de rest investeringsbudget. Wat zijn de belangrijkste inkomsten? Waar haalt de stad haar geld?
LB:
“De belangrijkste inkomst is afkomstig van het Gemeentefonds. Dat wordt aan ons gegeven door de Vlaamse overheid. In 2011 gaat het over 531 miljoen. Daarnaast heb je de Aanvullende Personenbelasting. Die levert 119 miljoen € op. Dat is de 8% bijkomende belasting die je aan de stad betaalt bovenop de personenbelasting.”

Dat gaat dus over ongeveer honderd miljoen op een budget van 1,5 miljard. De belasting die de inwoners van Antwerpen betalen levert dus maar een 8% van de totale kost om de stad te doen werken ( 119 miljoen= 8% van 1,5 miljard).
LB:
“Ja, maar je hebt ook nog de ‘eigen belastingen’ die je daar moet bijtellen. Dat is nog eens 67 miljoen €. Dat zijn allerhande belastingen die de stad heft. Bijvoorbeeld de vestigingsbelasting die door bedrijven betaald wordt. Belasting op lichtreclames, belasting op leegstand, belasting op verspreiden van drukwerk enzovoort.”
“Daarnaast zijn er nog de Opcentiemen Onroerende Voorheffing, die bedragen 200 miljoen. En verder zijn er nog 60 miljoen € inkomsten uit dividenden van intercommunales.”

Er wordt wel eens gezegd dat de stadskas gevuld wordt met parkeergelden. Is dat onzin?
LB:
“Dat is inderdaad onzin. Vergeet ook niet dat het gemeentelijk parkeerbedrijf GAPA, onder andere, het fietsproject dat nu in Antwerpen gelanceerd is betaalt.”
“Destijds werden de parkeerretributies direct doorgestort naar de stad en dat was ongeveer 3 miljoen €. Nu beheert GAPA zelf die inkomsten.”

Wat zijn de belangrijkste uitgavenposten?
LB:
“De grootste uitgavenpost is natuurlijk het personeel. Naast de weddes, die ongeveer 275 miljoen bedragen, moet je de pensioenbijdrages, hospitalisatieverzekeringen, maaltijdcheques, vergoedingen voor niet-onderwijzend personeel bij rekenen. Zo kom je aan een totale personeelskost van 363 miljoen €.”

Laat het ons nog eens over het OCMW hebben. We lazen in een document van de VVSG (Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten) dat de steden de tekorten van het OCM moeten bijpassen. Men heeft het altijd over de uitgaven van het OCMW, maar wat voor inkomsten heeft het OCMW?
LB:
“De grootste inkomst voor het OCMW is de Stedelijke Dotatie. Dat is één van de twee andere belangrijke uitgavenposten voor de stad op de Gewone Dienst (niet investeringsuitgaven, nvdr). De OCMW dotatie stijgt jaarlijks. In 2011 bedraagt die 110 miljoen €.”

En hoe wordt die bepaald?
LB:
“Dat wordt afgesproken aan het begin van de legislatuur, op basis van de andere inkomsten zoals de subsidies die het OCMW krijgt van de Vlaamse en Federale overheden. Leeflonen moeten in principe grotendeels terugbetaald worden door de Federale overheid. Het OCMW moet in principe ook een sluitende begroting hebben.”

Zijn die hospitalen nog altijd de grote kost voor het OCMW?
LB:
“Neen, de hospitalen zijn verzelfstandigd. De grote kost van het OCMW is de bijstand. ZNA, de verzelfstandigde ziekenhuizen, maken nu winst. Geen grote winst, maar winst.”

De 110 miljoen gaat dus vooral naar steuntrekkers. Dat was in 2006 afgesproken. Maar nu het is crisis. Neemt de kost niet toe? Kunnen we het financieel aanhouden?
LB:
“Door de crisis kunnen de leeflonen die moeten uitgekeerd worden stijgen waardoor het OCMW tekorten heeft die de stad dan bijpast op het moment dat we het tekort kennen in de OCMW rekening. We kunnen die tekorten bijpassen doordat we altijd een positief rekeningsresultaat hebben dankzij het zuinig beleid dat ik gevoerd heb. Op basis van de rekening 2010 hebben we in juni 2011 in de gemeenteraad beslist om een bijpassing te doen van 13,7 miljoen € op de dotatie want ze hadden een tekort van 13,7 miljoen. En zoals je zegt moeten we wettelijk het tekort van het OCMW bijpassen.”

Wat is de ruimte die de stad heeft voor en financieel beleid? Wat binnenkomt van het Gemeentefonds wordt niet door de stad zelf bepaald. We krijgen het gevoel dat de echte hefbomen, de grote smakken geld die binnenkomen, min of meer vastliggen en niet in de handen van de stad liggen. Anderzijds zijn sommige kosten, zoals het gat van 13,7 miljoen van het OCMW, niet allemaal beheersbaar. De stad heeft verder weinig fiscale werktuigen. Dus zijn er eigenlijk wel mogelijkheden om het budget in balans te brengen, anders dan door te gaan snoeien?
LB:
“Het is zo dat als je begrotingen in evenwicht moet houden, dat vooral aan de uitgavenkant moet gebeuren, juist omdat er –zoals je zegt- weinig speelruimte is met de inkomsten. De inkomsten liggen vast. Het is belangrijk dat er tweeverdieners in Antwerpen komen wonen want die doen een aanzienlijke bijdrage aan de Aanvullende Personenbelasting. Die creëren het draagvlak om de dotaties aan het OCMW te geven.”

Maar zelfs als die Aanvullende Personenbelasting met bijvoorbeeld 30% zou stijgen, dan nog is die impact relatief beperkt, want dat zou een meeropbrengst van ongeveer 35 miljoen betekenen (30% van 119 miljoen €), of amper 2,4% van het totaal stadsbudget.
LB:
“Je hebt weinig vat op de inkomsten omdat die vast liggen, tenzij je de belastingen verhoogt. Maar zoals je weet staat, op uitdrukkelijk verzoek van mijn partij – de VLD-, in de bestuursakkoorden van 2001 en 2007 dat de belastingen niet zullen verhoogd worden. Dus we gaan de belastingen niet verhogen, daar kan wat ons betreft, geen sprake van zijn. Dus dan zit je wat de inkomsten betreft vast. Maar ik kan toch zeggen dat ik tijdens de 2 legislaturen er altijd in geslaagd ben om een begroting in evenwicht voor te leggen met een sluitende meerjarenplanning en zonder belastingsverhoging. Dat is toch wel een prestatie dacht ik.”

Over het havenbedrijf: In 2010 zou de haven 80 miljoen winst gemaakt hebben volgens de jaarrekening. Is het havenbedrijf volledig in handen van de stad?
LB:
“Er zijn nog een aantal andere bestuurders in de Raad van Bestuur maar de stad heeft een meerderheid. We krijgen 12,8 miljoen € aan dividend maar concurrentieel te blijven moet de haven jaarlijks massa’s geld investeren in die haven, wat ook gebeurt. Ik ken de details niet van de investeringen die door de haven gebeuren. Mijn collega Van Peel (CD&V) is voorzitter van de haven en voorzitter van het directiecomité en van de raad van bestuur van het havenbedrijf. Maar ik weet wel dat dankzij de onderhandelingen die, onder andere dankzij mij, gevoerd zijn het dividend van de haven substantieel verhoogd is. Aan het begin van de legislatuur bedroeg het 2 miljoen €, nu is het 12,8 miljoen €.“

Onze boekhoudkundige kennis is eerder gelimiteerd, maar zitten de afschrijvingen op de investeringen al niet ingerekend in de jaarrekening?
LB:
“Ik veronderstel dat de haven daar wel al rekening mee heeft gehouden. Maar ze moeten ook investeren in haveninfrastructuur en in dokken. Men moet zorgen dat men concurrentieel blijft en geen trafiek verliest. Dat is niet alleen belangrijk voor de stad, maar voor gans de Vlaamse economie.”

We kunnen niet ingaan op alle posten van de begroting maar er was er toch eentje dat in het oog sprong wegens de omvang. Post 26 van het doelstellingen budget vertegenwoordigt 208 miljoen €. Het betreft ‘Algemeen – marketing – patrimonium onderhoud – stedelijk wijkoverleg – binnengemeentelijke decentralisatie’. Waarover gaat dat? ‘Marketing’ wordt vermeld. Dat kost ons toch geen 200 miljoen?
LB:
“Het gaat hier waarschijnlijk ook over de dotaties van districten.”

Er is inderdaad sprake van ‘Binnengemeentelijke decentralisatie’
LB:
“Je moet ook weten dat we zowel voor de Gewone- als voor de Buitengewone dienst (het Werkings- en Investeringsbudget, nvdr) belangrijke bedragen voorzien voor de districten. Zij hebben eigen verkozen districtsraden, zij moeten dus ook een beleid kunnen voeren. Omwille van het feit dat ze geen inkomsten hebben maar alle inkomsten naar de centrale stedelijke overheid komen geven we een pak budgetten aan de districten. Ook zij hebben een begroting met een Gewone Dienst en een Investeringsbegroting.”

Zitten daar dan ook personeelskosten bij?
LB:
“Neen, die zitten in de centrale post.”

 

Deel 3:
Wat is het belang van al de verzelfstandigde bedrijven en gegenereerde dividenden. We hadden het al over de haven, Vespa, GAPA, maar er zijn nog andere posten: AWW, Integan, Eandis.
LB:
“Dat zijn intercommunales die zich bezig houden met elektriciteit, gas en water. De bijdrage van de Antwerpse Waterwerken (AWW) is toch substantieel. AWW zorgt voor een dividend van om en bij de 15 miljoen €.”

Is ons water dan niet te duur?
LB:
“Integendeel. Het is wel zo dat AWW, maar ook alle andere waterbedelingsmaatschappijen zich enkele jaren geleden in een moeilijke positie bevonden. Dat kwam doordat ten gevolgen van acties rond waterverbruik -die ik uiteraard steun- het waterverbruik stagneerde. Dat is goed, maar aan de andere kant bleven de kosten wel stijgen.”

Kwam dat dan door de kosten van de waterzuivering en de strengere normen?
LB:
“Ja, onder andere daardoor. Maar er zijn ook de leveringen aan de industrie: BASF, Bayer enzovoort. Die zijn voor de AWW belangrijk en die leveringen begonnen concurrentie te ondervinden van leveranciers uit het buitenland die probeerden een voet binnen te krijgen bij onze industriële klanten.”

Hoe ging dat dan in zijn werk? Haalden ze dan water uit bijvoorbeeld Duistland?
LB:
“Van Nederland. Ik herinner me nog Evides uit Holland dat geprobeerd heeft om een aantal van de waterbedelingscontracten aan de industrie af te snoepen van AWW. We hebben ons daar sterk moeten tegen wapenen.”

Maar vindt u dat als liberaal eigenlijk geen goede zaak?
LB:
“Natuurlijk is dat goed. Ik heb daar geen moeite mee, maar dan moet je wel een aantal beleidswijzigingen doorvoeren en dat hebben we gedaan. Want op het moment dat het verbruik stagneerde en de kosten stegen werden we geconfronteerd met begrotingen die tot 4,5 miljoen € in het rood gingen op jaarbasis. Dat was onhoudbaar. Ik ben ook voorzitter van AWW en ik heb dan ingegrepen en we hebben plannen uitgewerkt om de kostenstructuur te herzien en dat is gelukt. We hebben gepensioneerde personeelsleden niet meer vervangen. Onze rioolinfrastructuur kost ook handenvol geld. Dat is ook de verantwoordelijkheid van steden en gemeenten maar die delegeren dat in veel gevallen naar waterbedelingsmaatschappijen. Binnen AWW hebben we ook een afdeling die instaat voor rioolinfrastructuur.”

We kunnen ons voorstellen dat dat inderdaad een stijgende kost is. Veel riolen dateren van eind 19e eeuw en moeten nu vervangen worden.
LB:
“Inderdaad. En om uit die negatieve spiraal te geraken hebben we een strategisch toekomstplan uitgewerkt binnen AWW dat erin bestond om een verregaande samenwerking na te streven met TMVW. TMVW is de waterbedelingsmaatschappij uit het Gentse. Die samenwerking is inmiddels gerealiseerd. TMVW is complementair met AWW omdat TMVW beschikt over een groot distributienet en veel ervaring heeft met heraanleg en vervanging van riolen. AWW van zijn kant is sterk in het produceren van water en heeft veel industriële klanten.”

Is het dan toch geen kwestie van het besparen op algemene kosten/ overhead zoals veelal bij fusies, maar eerder het delen van knowhow?
LB:
“Knowhow inderdaad. We hebben dan een samenwerkingsverband opgezet, Water-Link en binnen Water-Link hebben we een aantal bedrijven opgericht. Bijvoorbeeld Indus, dat instaat voor de waterleveringen aan de industrie. En verder Rio- Link  dat zich bezighoudt met de rioolactiviteiten; nazicht en vervanging. Die zijn ondertussen operationeel en daardoor kunnen we nu in Antwerpen het water aan de Antwerpenaars nog altijd aanbieden aan de laagste tarieven. U vraagt of het water niet duurder wordt. Neen dus. We leveren aan 1,40€ per kubieke, dat is één van de laagste tarieven van gans Vlaanderen. “

We snappen de meerwaarde van de knowhow van de Gentse partner, maar waarom is het nodig om al die aparte bedrijven op te richten?
LB:
“Om kosten te besparen. De rioleringen bij de AWW worden gedaan door Ri-Ant. Nu hebben we in het kader van de samenwerking Rio-Link opgericht omdat TMVW nog meer expertise had. “

Als ik even cynisch zou zijn zou ik zeggen dat dit weer een bijkomende organisatie is die gecreëerd wordt, met postjes.
LB:
“Neen, want we komen goedkoper uit. De 4,5 miljoen € die we budgetteerden aan verlies heb ik kunnen ombuigen tot een winst van 20 miljoen € vorig jaar, en dit jaar ziet het er naar uit dat we gaan eindigen op een resultaat van 23 miljoen €. Dus door die ingrijpende wijziging hebben we het rendement verbeterd maar ook onze verplichting in zake het nakomen van de uitbetaling van de dividenden aan de aandeelhouders gehonoreerd. “

Nog kort over Integan en Eandis. Eandis is de netbeheerder, voor 70% in handen van de gemeentes. Vorig jaar maakten ze ongeveer 8 miljoen winst. Krijgen we daar dan een miljoentje van?
LB:
“Het dividend elektriciteit voor de stad Antwerpen bedraagt 7,5 miljoen € en het dividend uit gas 5,9 miljoen. De 7,5 miljoen is niet alleen afkomstig van Eandis maar ook van IVEG. IVEG is een zuivere intercommunale en operationeel in Hoboken en Antwerpen. Daarnaast is er ook nog de gemengde intercommunale IMEA. En dan is er nog de financieringsintercommunale FINEA die in 2011 een uitzonderlijk dividend geeft van 3,5 miljoen €.”

Integan?
LB:
“Integan is de kabel. Destijds werd de kabel aangeboden door IMEA en Integan. Integan was werkzaam in Hoboken en Antwerpen en elders was IMEA actief. IMEA heeft ondertussen zijn kabelafdeling verkocht aan Telenet waardoor een probleem van schaalgrootte ontstond en Integan te klein geworden was. Er was weinig groeipotentieel terwijl de kosten bleven stijgen. Dan zijn de klanten van Integan voor 40 miljoen € overgenomen door Telenet. Maar Integan blijft wel netbeheerden en betaalt 2,6 miljoen € dividend. Door deze operatie krijgen de Antwerpenaars voor hetzelfde geld meer zenders. Vroeger kreeg ik veel brieven omdat het aanbod van zenders bij IMEA en Integan verschilde.”

Even over Dexia. De gemeenten zijn aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding. Wat is de financiële betekenis van de problemen daar voor Antwerpen?
LB:
“Je moet weten dat we in 2008 nog 8,5 miljoen € dividend van de Gemeentelijke Holding kregen. Dan hebben we ons ingeschreven op de kapitaalsverhoging die er gekomen is. Op die kapitaalsverhoging werd ons een rendement van 13% beloofd. Op het aandeel in Dexia werd toen al geen dividend meer uitgekeerd. Die kapitaalsverhoging moest ons 3,52 miljoen € aan dividenden opleveren. Ondertussen bleef de koers van Dexia zakken en de Gemeentelijke Holding is vooral afhankelijk van het dividend dat ze Dexia ontvangt. Door de slechte resultaten van Dexia is er geen dividend, met als gevolg dat we die 3,53 miljoen één jaar gekregen hebben. Vorig jaar hebben ze ons dan beloofd dat we van de beloofde 13% nog 7% zouden krijgen. Over die 7% had ik toen twijfels en ik heb ze bij de begrotingsopmaak op nul gebudgetteerd; want u weet ondertussen ook dat de Gemeentelijke Holding zelfs niet meer bij machte is om die 7% uit te betalen. Ik heb het dividend van de gemeentelijke holding in de meerjarenplanning voor de volgende jaren ook op nul gezet.”

En dan moet u dus weer ergens gaan snijden, want met de inkomsten is er weinig speelruimte.
LB:
“Ik heb altijd een voorzichtig beleid gevoerd. Verder werd dat verlies opgevangen door enkele meevallers. De aanvullende personenbelasting stijgt soms, de opcentiemen op de roerende voorheffing stijgen. Maar je moet de zaak ook relativeren: het dividend van 8,5 miljoen klinkt veel, maar het vertegenwoordigt maar 0,7% van alle inkomsten van de stad Antwerpen, en als je dat dan projecteert op de 3,52 miljoen die we moesten krijgen voor de kapitaalsverhoging, dan spreken we over 0,26%. Ik zou en slechte schepen zijn moest ik dat niet kunnen opvangen. Maar het blijft een spijtige zaak en ik blijf bekommerd over de toestand van de Gemeentelijke Holding en over de toestand van Dexia.”

Een ander probleem is de stijgende pensioenlast. Op de site van Apache verscheen een artikel over dat probleem. Het komt erop neer dat de stad in de toekomst meer zal moeten bijdragen aan de pensioenen van haar statutair personeel en dat kan een gat slaan in de begroting.
LB:
“Eigenlijk hadden we dat voorzien: ik voorzie als pensioenbijdrage voor het statutair personeel een bijdrage van bijna 53 miljoen €. We zijn aangesloten bij pool 2 van RSZPPO. ”

Nu spreekt u Chinees. Komt het er niet op neer dat de stad voor het pensioen van zijn personeel moet zorgen?
LB:
“Neen, er wordt en stuk bijgedragen door de federale overheid, maar de federale pensioenkassen zijn leeg. De bijdrage van de stad, die nu 33% is, gaat opgetrokken worden naar 41%. Ik heb de collega’s in het college daar al voor gewaarschuwd: dit jaar zal er geen impact zijn, volgend jaar waarschijnlijk ook niet; maar het zal wel zijn gevolgen hebben vanaf 2013. Dat zou, in een worst case scenario, tot gevolg kunnen hebben dat de pensioenbijdragen die de stad zal moeten betalen aan de federale overheid met 20 tot 30 miljoen € stijgen.”

En dat is dan nog niet gebudgetteerd? Zal uw opvolger dan opnieuw moeten snijden, of gaan onderhandelen?
LB:
“Er is een wetsvoorstel, maar het is nog bediscussieerbaar. Het voorstel is vrijdag op de ministerraad geweest, er zijn besprekingen aan de gang met de VVSG en met de Waalse tegenhanger van de VVSG. Michel Daerden heeft opdracht gekregen om dat te bespreken en er vindt momenteel een overleg plaats tussen een aantal burgemeesters van grootsteden en de bevoegde minister om te zien hoe men daaruit geraakt. Ik verwacht dat de zaak ook deel zal uitmaken van het sociaal economisch luik van de onderhandelingen over een regeerakkoord.”

 

Deel 4:
We hadden het al uitgebreid over de financiering van de stad die blijkbaar toch wat gekneld zit aan de kant van de inkomsten. Het budget moet vooral gebalanceerd worden door te snijden op uitgaven. Anderzijds zijn er bijkomende uitgaven op komst: de pensioenen, de demografische evolutie… U suggereerde (off air) om op andere manieren inkomsten te genereren. Waar denkt u aan?
LB:
“We gaan in alle geval de belastingen niet verhogen. Zoals u weet betaalt elke burger personenbelasting op zijn inkomen uit arbeid, en er is een Aanvullende Personenbelasting die gaat naar de steden en gemeenten. Men zegt soms dat al de evenementen in Antwerpen goed zijn omdat die goed zijn voor de horeca, want dan draaien die meer omzet en maken ze meer winst en dat is goed voor de stad. Maar dat is een foutieve redenering want de vennootschapsbelasting gaat, in tegenstelling tot de personenbelasting, integraal naar de federale overheid en daar komt niets van terug naar de steden en gemeenten.”

De stad voert een beleid dat evenementen promoot; dus dat heeft dan weinig zin?
LB:
”Natuurlijk heeft dat wel zin qua city marketing, het is wel belangrijk. Maar ik zou graag hebben dat er iets van die meeropbrengsten naar de stadskas terugvloeit. Het probleem is dat de meeste horecabedrijven vennootschappen zijn, geen eenmanszaken en de vennootschapsbelasting gaat integraal naar de federale overheid. De Aanvullende Personenbelasting bedraagt 8% (in Antwerpen, nvdr). Het zou volgens mij niet meer dan billijk zijn moest de federale overheid van de 38% vennootschapsbelasting die ze incasseert een 3, 4 of 5% laten terugvloeien naar de steden en gemeenten. Zo hebben we er ook iets aan. Want uiteindelijk is het zo dat om het even welk bedrijf mee kan genieten en gebruik kan maken van de infrastructuur van een stad. Een stad of een gemeente mag nu geen belastingen heffen op de winst of de omzet die een bedrijf maakt. Ik ben dus pleitbezorger van het terugstorten van een stukje van de vennootschapsbelasting naar steden en gemeenten.”

(Om conflicten te vermijden) zou je dit systeem kunnen invoeren op een manier waarbij de partijen (steden, gemeenten en federale overheid) in het eerste jaar evenveel krijgt als voordien – er even vanuit gaand dat dit technisch mogelijk zou zijn. Dat zou dan in eerste instantie geen financiële impact hebben voor de stad maar wel een instrument geven om een beleid te voeren.
LB:
“Inderdaad. We mogen ook niet vergeten dat een stad momenteel alleen maar ‘pestbelastingen’ kan heffen voor bedrijven. Dat is een term die Stevaert destijds lanceerde, en hij had daarin gelijk. Het gaat dan over belastingen op lichtreclames, op uithangborden, op reclamedrukwerk, op terrassen… Al die belastingen kan je afschaffen als een stuk van de vennootschapsbelastingen naar de steden en gemeenten gaat.”

Maar dat zal alleen maar politiek haalbaar zijn als bij aanvang noch de federale overheid, noch de dorpen en kleinere gemeenten erbij verliezen.
LB:
“Er zijn ook veel kleinere gemeenten die ook wat industrie, bedrijven en vennootschappen hebben.“

Is dat idee al besproken binnen de VVSG of met andere partners?
LB:
“Ik probeer het financieel draagvlak van de stad te vergroten en dat is een mogelijk instrument daarvoor. Maar zoals altijd moet de politieke wil ervoor aanwezig zijn.”

Over naar de projecten. Wat Oosterweel betreft hadden we begrepen dat er een meerkost is van 350 miljoen, 50/50 verdeeld tussen haven en stad. U was ‘not amused’ toen u dat te horen kreeg.
LB:
“Absoluut. Ik had grote saneringsinspanning gedaan en telkens begrotingen in evenwicht ingediend. 350 miljoen €, dat is een pak geld, dat konden we niet zomaar dragen. Maar dan zijn er akkoorden gesloten waardoor het havenbedrijf tussenkomt voor 173 miljoen €. Voor de bijdrage van de stad zou de DBFM formule, door BAM uitgerekend, toegepast worden. En verder zou Vespa, het vastgoedbedrijf van de stad, tussenkomen via de ontwikkeling van het Mexico eiland. Dat zou een opbrengst na ontwikkeling geven van 90 miljoen €, waarvan Vespa 70 miljoen zou moeten ophoesten. Vespa kan om fiscaal-technische redenen geen leningen aangaan, dus de stad zal dat prefinancieren. Die 70 miljoen van Vespa zit in de totale bijdrage van de stad die 177,5 miljoen zal bedragen. We gaan die 70 miljoen prefinacieren met eigen middelen en zonder bijkomende leningen aan te gaan. Maar ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat er een voorafname gedaan wordt op de investeringsbegroting van de volgende legisaltuur (m.a.w. dat de een deel van de investeringbegroting voor een stuk opgesoupeerd wordt, nvdr) voor het plein aan het sportpaleis en de nutsleidingen aan de Schijnpoort.”

Het wordt opnieuw nogal ingewikkeld, maar uiteindelijk komt het er toch op neer dat er 350 miljoen moet betaald worden. 173 miljoen door de haven, maar de haven is eigendom van de stad, dus zal de stad er toch voor moeten opdraaien. En hoe wordt de kost die door de stad gedragen wordt opgevangen?
LB:
“Een stuk van de kost die voor rekening van de haven komt betreft investeringen die ze toch al moesten doen. De kost die door de stad gedragen wordt is 13,5 miljoen maximum (voor het plein aan het sportpaleis, nvdr). In eigen beheer zou dat plein 8,4 gekost hebben en de nutsleidingen 53 miljoen. Dus een totaal van 61,5 miljoen. Maar het plein aan het sportpaleis wordt pas in 2018 of 2019 uitgevoerd. Wie zegt dat de werken dan nog aan die prijs kunnen uitgevoerd worden? Dus zijn we nu met BAM overeengekomen dat zij het zullen uitvoeren, maar we bouwen een kap (limiet) in. Die ligt op 84 miljoen. De nutsleidingen voor de schijnpoort kunnen de stad niet meer kosten dan 84 miljoen, ook als zou blijken dat de totale kost bij aanleg hoger ligt. Al de bijkomende kosten vallen ten laste van de Vlaamse overheid.”

Dat is interessant, want wij dachten dat dat (de kostenlimiet voor de stad) al lang afgesproken was. Maar dat was dus blijkbaar niet het geval. Het risico van het ontsporen van de kost lag niet volledig bij de Vlaamse overheid?
LB:
“Neen, maar dat hebben we nu dus verankerd in de overeenkomsten die we gesloten hebben. De totale extra kost zal maximaal 84 miljoen plus 13,5 miljoen voor het plein zijn, dus 97,5 miljoen. BAM verwacht momenteel een iets lagere kost van 75,6 plus 12,1 miljoen. We gaan die kost spreiden over een tijdspanne van 10 jaar. Stel dat de kost 97,5 miljoen wordt, dan geeft dat een jaarlijkse kost van 9,7 miljoen per jaar. De investeringsbegroting bedraagt ongeveer 110 miljoen €. Daar moet je dan die 9,7 miljoen van aftrekken om te bekomen wat overblijft voor andere investeringen.”

Maar er zal misschien ook minder dividend betaald worden door de haven want zij moeten ook 173 miljoen ophoesten.
LB:
“ Neenneen, dat dividend van de haven komt niet in de Buitengewone – maar in de Gewone Dienst (de werkingskost, nvdr).”

Maar zal dat dividend niet verminderen?
LB:
“Neen, de haven heeft gezegd dat ze dat perfect aankan. Je zei daarstraks dat de haven een grote winst maakt. Wel, het is met die winst dat ze investeren, dus dat staat los van het dividend.”

Dus de stad krijgt evenveel maar er zal wat minder geïnvesteerd worden?
LB:
“Ja, maar het zou al erg zijn moesten we dat dividend van 12,8 miljoen € niet meer krijgen.”

Wat moet er gedaan worden met het investeringsbudget van 110 miljoen na 2012?
LB:
“Daar zitten een aantal vaste kosten in, zoals het heraanleggen van straten en pleinen.”

Maar is er dan nog wel geld voor nieuwe projecten zoals de kaaien?
LB:
“Maar dat wilde ik net zeggen: de middelen zijn beperkt en ook politici moeten beseffen dat er maar beperkte financiële mogelijkheden zijn. Ik probeer dat mijn collega’s telkens duidelijke te maken. Men moet keuzes maken, je kan niet alles doen.“
“Eén van de projecten in de steigers is het nieuw voetbalstadion, maar dat zal deze legislatuur niet meer gerealiseerd worden. Zoals je weet is daarvoor in de investeringbegroting 25 miljoen voor voorzien, daar zou de haven dan nog eens 25 miljoen € bijleggen. Maar er is ook de heraanleg van de scheldekaaien. Zeer belangrijk, en ik denk dat dat prioritair zal uitgevoerd worden. Maar de heraanleg van de scheldekaaien kost massaal veel geld en als je dat goed wilt doen dan is het investeringsbudget over een periode van 6 jaar waarschijnlijk al opgesoupeerd. Maar er zijn ook andere denkpistes van collega’s die denken dat er meer moet geïnvesteerd worden in schoolgebouwen, in kinderopvang dat de kosten van het OCMW en de vergrijzing de pan zullen uitrijzen want dat er zal moeten voorzien worden in serviceflats voor bejaarden enzovoort. Er zullen dus keuzes moeten gemaakt worden.”

Het project van de kaaien kan op verschillende manieren opgevat worden: Je kan gewoon een nieuwe (goedkope) muur zetten die dan grotendeels betaald zal worden door de Vlaamse overheid, of je kan er een prestigeproject van maken en dan heb je minder geld over voor serviceflats en scholen. Kiest u dan voor de kaaien?
LB:
“Ik ben schepen voor financiën en voel mij verantwoordelijk voor de financiële middelen. Aan wat die middelen worden besteed is niet mijn beslissing alleen maar een collegiale beslissing. Ik heb maar één stem in het college, en dan moet je ook met de andere collega’s in het college rekening houden en met de politieke verhoudingen. De lijstjes met prioriteiten zijn natuurlijk ellenlang.”

Maar u hebt toch wel uw eigen prioriteiten?
LB:
“Dat zal het college moeten uitmaken. Ik vind het wel belangrijk dat de heraanleg van de scheldekaaien gebeurt.“

Laatste vraag: komt u nog op (bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2012)?
LB:
“Het hangt ervan af of men nog op mij beroep wil doen. Ik ben in 2001 schepen van financiën geworden met de bedoeling de stedelijke financiën op het goede spoor te brengen. Ik ben misschien eerder een technicus dan een politicus. Ik ben daarin geslaagd, de stedelijke financiën zitten op het goede spoor. We gaan niet meer zoals vroeger om de haverklap in Brussel gaan schreeuwen om bijkomende middelen en zeggen dat het hier slecht gaat.”
“Maar ik weet één ding: ik heb jaar na jaar een sluitende begroting gemaakt en een meerjarenplanning in evenwicht zonder belastingsverhogingen. En als men mijn meerjarenplanning uitvoert tot 2018 en er weinig veranderingen in aanbrengt dan zal men gedeeltelijk uit de schulden zijn in 2018 en definitief in 2023, maar het hangt natuurlijk van de kiezer af of ik er opnieuw zal bij zijn, als ik al kandidaat ben.”

Maar als men u vraagt bent u kandidaat?
LB:
“Voor mij is het eerder een opdracht om met het beleid bezig te zijn dan met mezelf. Maar de dag van vandaag zijn meer politici meer bezig met zichzelf dan met de problemen van de mensen, en dat is iets dat ik verwijt aan veel politici niet alleen in de stedelijke politiek maar ook in de nationale politiek.”

0 Comments on “Schepen Luc Bungeneers over de Antwerpse stadsfinanciën”

Leave a Comment