Redactie Radio Centraal Rotating Header Image

Het Uur van de Strijd #6: Ward kennes (CD&V)

Share

Wie? Ward Kennes

Van? Burgemeester van Kasterlee sedert 2005   (“We hebben ‘de Kracht van Verandering’ overleefd  in Kasterlee omdat we zelf intern veel veranderd hebben”) ; en ook Vlaams Parlemenstlid sedert 2008.

Partij? CD&V

Strijdplaats? Plaats 7 – Vlaams Parlement

(het wat en hoe vind je hier)

Kennes koos als eigen thema Migratie, Diversiteit en Inburgering: “Eerst de mensen die hier zijn aan een job helpen vooraleer een actieve immigratiepolitiek te voeren”

En verder:  over staatshervormingen  Ik stel voor om de gouverneur een tour te laten doen van alle gemeenten en hen in vertrouwen te  laten zeggen met wie ze willen samenwerken zodanig dat de hij dan achter de schermen een fusie op gang kan trekken als twee gemeenten  elkaar zien zitten.

En over Federaal versus Vlaams beleid  Het is belangrijk dat een deel van de saneringsinspanning naar de gewesten doorgeschoven wordt. Er wordt wel eens onderschat hoeveel inspanningen er op federaal vlak gebeurd zijn. Daar is inderdaad veel meer bespaard dan op Vlaams niveau.

 


MIGRATIE, DIVERSITEIT en INBURGERING

Redacteur: Gaan de verkiezingen daar eigenlijk wel over?
Ward Kennes: Neen, de verkiezingen gaan vooral over de sociaal-economische uitdagingen, over de invulling van de zesde staathervorming. Wat gaan we doen met de woonbonus, het kindergeld en de andere bevoegdheden die Vlaanderen krijgt. Maar dat neemt niet weg dat er in onze maatschappij toch heel veel gebeurt in verband met instroom van mensen uit Oost-Europa, de hervorming van de inburgeringssector, hoe om te gaan met levensbeschouwelijke symbolen en de diversiteit die stilaan een superdiversiteit aan het worden is. Het is misschien nu niet de inzet van de verkiezingen maar er zal in de toelkomst rond die zaken heel wat werk te verrichten zijn en er moet een goed beleid rond gevoerd worden

Redacteur: De inburgeringssector is halverwege de legislatuur hervormd. Wat kunnen we nu besluiten?
Kennes: 50 jaar geleden werden die akkoorden gesloten met Turkije en Marokko om de mensen naar hier te halen, maar men vergat daar een sociale en culturele component aan toe te voegen. Pas na het rapport van Paula D’Hondt besloot men om een beleid uit te stippelen. Met veel vertraging zijn van onderen uit VZWs beginnen werken en dat resulteerde in een zeer versnipperd landschap. De problemen in de rand rond Brussel zijn  anders dan in de Kempen of in Antwerpen, maar iedereen had zijn eilandje gevormd  en de zaken moesten in kaart gebracht worden en goede praktijken  moesten uitgewisseld worden. De Vlaamse overheid wilde een instrumentarium om haar beleid uit te voeren.
Wij waarschuwden ervoor dat het middenveld aan bod moest blijven komen, onder andere in de raad van bestuur van EVA Inburgering en Intergatie, dat ook het Minderhedenforum -dat veel ethnisch/culturele minderheden vertegenwoordigt in Vlaanderen- moest betrokken worden  bij de hervorming en dat we huiverig waren voor teveel centralisme. We waren bang dat minister Bourgeois er een machine van zou maken om de visie van N-VA er door te duwen, met veel nadruk op taalverwerving en verwaarlozing van de andere zaken. Taal is heel belangrijk: mensen moeten elkaar kunnen verstaan, op de werkvloer kunnen communiceren, onderwijs genieten, met hun buren een babbel doen, politiek volgen. Maar ook het sociaal-culturele en het sociaal-economische (werk en jobs) moeten evenwaardig aan bod komen.

Redacteur: Is de focus op VZW’s en middenveld wel de goede aanpak? Er zijn heel veel mensen die daar niet inzitten en dus zo niet betrokken worden. Hoe gaan we hen betrekken?
Kennes: De Vlaamse regering heeft ervoor gekozen om de regiefunctie bij de lokale besturen te leggen en die zijn er voor iedereen, daarvoor moet je niet aangesloten zijn bij een organisatie. Zij weten wie zich inschrijft in de gemeente en kunnen mensen doorverwijzen  naar taallessen en inburgeringscursussen. Zij kunnen ook vragen in goede banen leiden. De bestaande structuren van het verleden mogen niet vergeten worden, maar ook de lokale besturen krijgen nu een eerstelijnsfunctie.
Redacteur:  Maar koken kost geld en hebben die lokale besturen wel de middelen?
Kennes: Het klopt dat de lokale besturen financieel onder druk staan. Ze krijgen altijd meer taken bij, en ik vind dat niet slecht  want die besturen staan dichter bij de mensen, maar de financiën volgen niet altijd, dat klopt. Ik ben lid van de Commissie Binnenland en heb dat daar ook aangekaart.

Redacteur: Uit een recente enquete bleek dat 35% van de inwoners van Borgerhout niet was gaan stemmen. Hoe komt dat?
Kennes: Er zullen wel meerdere verklaringen voor zijn. Ik heb aan de minister gevraagd hoe we de politieke participatie van de nieuwkomers kunnen verhogen. Dit is heel jammer en het beleid moet daar een antwoord op vinden. Door meer herkenbare kandidaten, door goede maatregels te nemen op vlak van huisvesting en socio-economische participatie. Het beleid moet aantonen dat het de moeite loont om te gaan stemmen en mee het beleid te bepalen.

Redacteur: Wat vindt u van het koppelen van het krijgen van een sociale woning aan taalkennis?
Kennes: Wonen is een basisrecht maar als je mensen samenzet die elkaar niet verstaan dan krijg je conflicten en spanningen.  Kleine zaken zoals melk kunnen vragen bij de buren maken het samenleven sterker. Taal is dus belangrijk, ook in de sociale huisvesting. Maar iemand het recht op wonen te ontzeggen omdat hij geen nederlands kent is een stap te ver.

Redacteur: België doet het slecht wat betreft werkloosheid van de allochtone bevolking. De conclusie van N-VA daaruit is dan dat de ‘focus op de passieve  migratie’ slecht is voor de migrant.
Kennes: We zitten inderdaad met een probleem. Men verwijst dan graag naar landen met een aktief migratiebeleid, zoals Australië, Nieuw-Zeeland of Canada die gericht op zoek gaan naar mensen die ze nodig hebben (met kapitaal  of  met de juiste scholing). België heeft op een bepaald moment een migratiestop ingevoerd, maar de realiteit was dat de instroom verder ging. Bijvoorbeeld door gezinshereniging, deels ook door de vluchtelingen en ook door de instroom uit Midden- en Oost-Europa,. Die mensen (de Oost-Europeanen) geraken redelijk snel aan werk. Maar nu krijg je het probleem van de sociale dumping waardoor onze mensen uit de markt worden geprezen. En anderzijds zitten we met een reserve van mensen, dikwijls van de tweede en derde graad migratie die we niet geactiveerd krijgen.
Redacteur: N-VA trekt de problematiek wel wat op flessen want het probleem is er ook in de buurlanden. Maar blijkbaar toch iets minder dan hier.
Kennes: Bij ons is het scherper, dus we moeten nog meer inzetten op gelijke kansen. Het begint met het onderwijs en ook daar zitten we met een probleem. Ook daar bepaalt de famiale achtergrond mee het succes. We hopen dat we met de onderwijshervorming daarop kunnen inzetten, dat er leerlingen die nu te snel naar de zwakke richtingen worden gedraineerd toch de kans krijgen om op alle niveaus eruit te halen wat erin zit én dat hun diploma’s ook gewaardeerd worden. We merken dat dat  in Vlaanderen, in België, niet vlot loopt; dat er een bewuste of onbewuste discriminatie is.

Redacteur: Daarmee bekritiseert u het beleid dat CD&V al die jaren mee gevoerd heeft.
Kennes: Er zijn ook heel wat  maatregels genomen in de goede richting. Er zijn streefcijfers naar voor geschoven voor de nieuwe Vlamingen en er zijn deze legislatuur behoorlijke stappen vooruit gezet. Er is nu meer diversiteit bij de Vlaamse overheid in de ruime zin dan 5 jaar geleden. De politieke vraag is of men voor of tegen quota is. Tot nu toe koos CD&V voor slimme streefcijfers, niet voor quota omdat dat weer andere problemen creëert.
Redacteur: Links zegt dat er een probleem is met racisme, volgens N-VA klopt dat niet. U zit ergens in het midden?
Kennes: Ja. Racisme is een strek woord, maar er zit nog iets in de buik van de mensen, een zeker wantrouwen. Dat kan niet ontkend worden.
Redacteur: Komt dat niet doordat de inburgering teveel van de kant van de migrant bekeken wordt?
Kennes: Inburgering is inderdaad een tweerichtingsveraal. De inburgeraar moet een inspanning doen, maar ook de ontvangende samenleving moet openstaan voor meerkleurigheid en meer diversiteit.
Redacteur: Telkens opnieuw blijkt dat er discriminatie is door werkgevers tegenover mensen met vreemde namen. Hoe moeten we dat bestrijden?
Kennes: Door blind te soliciteren, door in eerste instantie niet naar de naam te kijken. Het is erg dat dat moet gebeuren maar het is  zaak als het de zaak vooruit helpt. We moeten dat ook stimuleren, bijvoorbeeld via clausules in overheidsopdrachten.

Redacteur: En dan zijn er nog de hoofddoeken…
Kennes: Inderdaad. Ik stel vast dat veel mensen in onze samenleving daar onwennig tegenover staan, er zich bijna niet goed bijvoelen. Ik vind dat heel jammer. Het is éé’n van de thema’s die ik regelmatig in het parlement tersprake heb gebracht, ook in het kader van het onderwijs. Ik vind het persoonlijk heel belangrijk dat mensen zichzelf kunnen zijn en dat de veruitwendiging van een innerlijke overtuiging ook ruimte moet krijgen. Men haalt dan vaak alles dooreen, hoofdoek en boerka, maar daar gaat het niet om. Met boerka’s is er een probleem van veiligheid omdat je elkaar niet ziet, maar bij  een hoofddoek gaat het erover hoe iemand is, wat die doet, hoe iemand zich opstelt. Mensen uitsluiten omdat ze een reggea-kapsel of een hoofdoek of weet ik wat dat anders dragen, dat kan niet.
Redacteur: Is een hoofdoek niet vaak het gevolg van uitsluiting waardoor ze zich afkeren?
Kennes: Dat kan een vorm van protest zijn, zoals anderen via een  punkkapsel het verschil willen maken. Maar ik denk dat er ook mensen zijn die dat meer sereen beleven en dat uit overtuiging doen. Zo heb ik  regelmatig contact met de Sikh gemeenschap en die dragen over gans de wereld een hoofddoek. In de islam verschilt dat nogal. Zo zijn er islamlanden waar de vrouwen bijna geen hoofdoek dragen en andere waar ze het allemaal doen.

Redacteur: Moeten we een nieuwe migratiestroom op gang laten komen om de vacatures van de knelpuntberoepen te kunnen invullen?
Kennes: We moeten in de eerste plaats het potentieel reservoir dat bij ons aanwezig is benutten. Het kan niet dat we met zo’n hoge werkloosheidcijfers blijven zitten in een bepaalde groep en dat we anderzijds mensen van buiten zouden gaan aantrekken om de knelpunten in te vullen. Ik heb de ministers van Arbeid en Welzijn, Muyters en Vandeurzen, geregeld gevraagd om meer specifiek de werklozen met  allochtone achtergrond te leiden naar jobs in de zorgsector. En daar zet de Vlaamse overheid ook op in: ze doet aan recrutering, biedt cursussen aan, enzovoort. Dus eerst de mensen die hier zijn aan een job helpen vooraleer een actieve immigratiepolitiek te voeren.
Redacteur: Zijn quota niet aan de orde?
Kennes: Een organisatie kan een eigen beleid voeren (dat mensen van vreemde afkomst bevoordeelt). Er zullen er dan wel zijn die moord en brand schreeuwen, dat is altijd zo. Maar dat moet beperkt zijn in duur om een doorbraak te forceren. Algemene quota invoeren heeft nadelen, dan krijg je de reactie dat “ze het gehaald hebben omdat ze tot een minderheidsgroep behoren, omdat ze beschermd worden”. Dat leidt dus tot meer spanningen dan oplossingen.

Redacteur: En is het nodig dat taalcursussen aangeboden worden aan mensen die pas aangekomen zijn?
Kennes: Dat vind ik wel, want als nieuwkomer wordt je met ontzettend veel praktische zaken geconfronteerd. Een huis zoeken, het zoeken naar een job, je verplaatsen… Voor alles wat je doet heb je taal nodig. Men zal wel Engels tegen je willen praten als men je iets wilt verkopen, maar als je zelf vragend bent dan sta je een stuk sterker als je zelf je punt kunt maken. Mensen Nederlands leren vind ik dus heel emanciperend, het is een poort tot het aanbod van onze samenleving.
Mensen van buiten de EU en van de landen waar we geen specifieke verdragen mee hebben afgesloten moeten verplicht een inburgeringscursus volgen. Maar het is jammer dat de Oost-Europeanen, de Roemenen, Bulgaren, en bijvoorbeeld Roma uit die landen, niet onder die regel vallen. Ik zit daar op dezelfde lijn als minister Bourgeois maar dit is nu eenmaal Europese regelgeving. Maar ook voor hén is het belangrijk. En het kan ook want naast de verplichte inburgering is er is ook de vrijwillige inburgering en het interessant om te zien dat er momenteel meer vrijwillige dan verplichte inburgeraars zijn. Dat er minder verplichte zijn heeft bijvoorbeeld te maken met het feit dat het aantal gezinsherenigingen gedaald is en dat er een strenger asielbeleid is. En mensen uit Oost-Europa ervaren ook dat ze er belang bij hebben om Nederlands te leren en een inburgeringscursus te volgen.
Redacteur: Moet er een resultaatsverbintenis gekoppeld worden aan de verplichte inburgering?
Kennes: Die resultaatsverbintenis hebben we ingevoerd en we hebben het niveau Nederlands verhoogd van A1 naar A2; ook A2 blijft een beperkt basisniveau.  Vroeger was er een inspanningverbintenis, men moest lessen volgen en aanwezig zijn maar we vonden dat de ontvangende samenleving wel iets (extra) mocht vragen. Mensen die echter een goede reden hebben waarom ze de verbintenis niet kunnen halen, bijvoorbeeld medisch, die gaan ook niet gesanctioneerd worden.
Er zijn eigenlijk twee systemen. Enerzijds is er voor de verplichte inburgeraars die de lessen moeten volgen een administratieve boete voorzien als ze hun lessen missen. Anderzijds is er het systeem van het OCMW die voorwaardes oplegt en kan sanctioneren (wat Antwerpen nu doet, nvdr). Ik vind de stok minder goed dan de wortel, maar ik heb er begrip voor.

Redacteur: Patrick Loobuyck van de UA stelt voor om gosdienst en zedenleer te vervangen door “LEF”.
Ward Kennes:  Het is goed dat hij aandacht heeft voor levensbeschouwing maar niet om het allemaal in één pot te gooien. Het is beter om vanuit eigen overtuiging naar de anderen toe te stappen. Ik ben  katholiek en vind het belangrijk om vanuit mijn eigen overtuiging te kunnen spreken. In alle leerprogramma’s wordt tegenwoordig ook aandacht besteed aan de andere overtuigingen. Het is ook goed dat er een scholendialoog ontstaat en  dat men rond de tafel gaat zitten.

 

STAATSHERVORMING

Redacteur: Met de zesde staatshervorming krijgt Vlaanderen veel extra bevoegdheden, maar er is een versplintering. Werk wordt gedeeld door Monica De Conick (Nationaal) en Philip Muyters (Vlaams). Ook klimaatbeleid, bijvoorbeeld, is verdeeld.
Ward Kennes:  De laatste staatshervorming moet nog uitgevoerd worden. Veel van de bevoegdheden van De Conick gaan naar Vlaanderen overkomen, naar het departement dat begeerd werd door Muyters. Dat is een belangrijke stap want de toeleiding naar de arbeidsmarkt en de controle komen in dezelfde hand. Op die manier bereik krijg je een meer integegraal beleid.
Rond klimaat zit je met een situatie waarbij heel wat ministers naar conferenties gaan. Daar zijn de financiële belangen ook enorm groot  want iedere stap die  CO2 uitstoot vermindert heeft een impakt op industrie en mobiliteit. Iedereen probeert het laken naar zich toe te trekken en de klimaatdoelstellingen worden wel eens uit het oog verloren. Dat is jammer maar de harde realiteit, ook internationaal want China en Rusland spelen het ook zo.
We hebben nu dus de zesde staatshervorming en ik denk niet dat we direct aan een zevende moeten beginnen. Die komt er wat mij betreft ooit wel, maar laat ons eerst de zesde uitvoeren en de nieuwe bevoegdheden goed invullen.

Redacteur: Als het woord Staatshervorming valt dan denk ik ook aan steden en gemeenten.Moeten we de gemeentegrenzen niet gaan herdenken en een nieuwe fusieoperatie overwegen?
Kennes: De rol van de gemeenten wordt groter. In de commissie Binnenland is er veel gediscussieerd geweest over  fusies. Een aantal Vlaamse gemeenten zijn te klein en zouden beter samenwerking, maar CD&V is geen voorstander van verplichte fusies. We moeten eerder stimulerend werken en de stimulansen vergroter. Dat is een debat dat moeilijk publiek kan gevoerd worden want als een burgemeester een fusie voorstelt dan wordt hij direct als een verrader van zijn gemeente classifieert.  Ik stel dus voor om de gouverneur een tour te laten doen van alle gemeenten en hen in vertrouwen te  laten zeggen met wie ze willen samenwerken zodanig dat de gouverneur dan achter de schermen iets kan op gang trekken als twee gemeenten  elkaar zien zitten, zonder dat je in de gazetten direct afgeschoten wordt als de verrader van de gemeente. Tot nu toe is op dat punt weinig vooruitgang geboekt. Het alternatief is samenwerking via bijvoorbeeld intercommunales en dan krijg je de kritiek dat het er teveel zijn, dat je niet meer weet wie in welke structuur zit, dat de gemeenteraadsleden buiten spel gezet worden. Ook samenwerking heeft dus zijn grenzen.
Redacteur: Soms is het toch wel beter om te fusioneren, zelfs al willen de gemeenten dat niet.
Kennes: verplichting wekt altijd weerstand op. de fusies van 1976  spelen zelfs nu nog na en in Antwerpen heeft men via de districten ook opnieuw wat gedefusioneerd. Er moet dus een draagvlak gezocht worden en men moet de mensen de voordelen duidelijk maken, en zeggen dat met de beperkte middelen dan meer kan gedaan worden.
Redacteur: Ronny Kruyniers, de districtsraadsvoorzitter van Ekeren, wil weg van Antwerpen en samenwerken met de gemeenten van de noordrand om zo zwaarder te kunnen wegen.
Kennes: Ik heb het stadsgewest Turnhout gevolgd. Daar, en ook rond Kortrijk, was er veel te doen rond de stadsgewestvorming. Maar ik merk dat het enthousiasme bij de buurgemeenten niet altijd groot was en de dynamiek is aan het stilvallen. Stadsgewestvorming wordt wel eens bovengehaald als alternatief voor de fusies maar dan zit je weer tussen intercummunale en fusie. We zoeken dus eigenlijk nog naar de juiste schaal en de juiste instrumenten.

FEDERAAL VS VLAAMS. WIE WAS DE BELASTINGSREGERING?

Redacteur: (deel)premier Kris Peeters pocht regelmatig over het Vlaams overheidsbudget dat in balans is en er wordt op (op vanuit de Vlaamse regering) geklaagd dat er te weinig geld overkomt met de nieuwe staatshervorming, zeker door N-VA maar ook door CD&V.
Maar de cijfers van het Rekenhof  (verslag, p11) tonen juist aan dat het Vlaanderen is die kwistig met geld omgaat. Tussen 2010 en 2012 zijn de uitgaven van de Vlaamse regering met 3.5miljard € (14%) gestegen. Als  het over (het beheer van) het overheidsbeslag gaat dat doet de Vlaanderen het dus slechter dan de nationale regering.  Loopt CD&V met haar rethotriek de N-VA niet achterna? Uiteindelijk zit CD&V toch ook nationaal mee in het beleid.
Kennes: De Vlaamse overheid heeft mee geïnvesteerd in de zorg, mobiliteit en scholen   het is dus ook een investeringsregering geweest. Met de nieuwe staatshervorming komt inderdaad niet al het geld over dat aan de bevoegdheden verbonden is maar dat heeft ook te maken met de sanering van de overheid. Omdat de federale overheid meer en meer wordt uitgekleed moeten we voorkomen dat die een agentschap voor het schuldbeheer wordt. En hoe die schuld gaat afbetaald worden is een raadsel. N-VA heeft daar wat plannen rond gelanceerd die niet alle economen en mijzelf niet echt overtuigen.
Het is belangrijk dat een deel van de saneringsinspanning naar de gewesten doorgeschoven wordt.

Redacteur:  Maar dat is juist ons punt. Kris Peeters klaagt over het feit dat hij niet alle middelen meekrijgt. Maar we zien dat er 14% meer uitgegeven is door Vlaanderen in 2 jaar tijd. En als we naar de inkomsten kijken tussen 2002 en 2012: voor vlaanderen zijn die met 55% gestegen terwijl alle overheden samen slechts 44% meer uitgaven. De rethoriek van Peeters is dus niet helemaal eerlijk en daarme loopt hij de N-VA achterna.  En op federaal niveau horen we weinig stemmen van CD&V om het federaal niveau te verdedigen.
Kennes:
Ik zou ook het federaal niveau willen verdedigen. Vroeger sprongen we er met een staatschuild van 100% van het BNP sterk bovenuit. Ondertussen zitten we nog altijd rond de 100%, dat klopt. Maar als je kijkt hoeveel landen er ons ondertussen voorbijgestoken zijn en hoeveel landen die vroeger op 60% zaten nu op  80-90% zitten, dan merk je dat de Belgiische federale overheid het veel beter gedaan heeft. Er wordt wel eens onderschat hoeveel inspanningen er op federaal vlak gebeurd zijn. Daar is inderdaad veel meer bespaard dan op Vlaams niveau.

Redacteur:  Maar ons punt was eigenlijk dat de sterke man van de partij, Kris Peeters, vooral voor zijn eigen Vlaamse winkel lijkt te pleiten. U houdt nu hier een pleidooi voor het federaal niveau maar dat (pleidooi) blijft achterwege (in de communicatie van CD&V). Daarmee speelt men in de kaart van N-VA, bevestigt men wat N-VA zegt. En als je dan moet kiezen tussen CD&V en N-VA dan kies je toch voor het échte ding.
Kennes:
We moeten de moed hebben om het federaal beleid ook mee te verdedigen, absoluut. Je kan niet de vluchten plukken op één niveau en het ander laten braakliggen. Er is veel gerealiseerd op federaal niveau, bijvoorbeeld  meer controle op vlak van werkwilligheid. Men zegt dat de het om de keuze gaat tussen het N-VA model en het PS model, maar waarom heeft de PS nu zoveel concurrentie op links van de PTB? Dat valt niet te onderschatten  want de PTB is nog een stuk sterker dan de PVDA hier in Vlaanderen. Dat komt juist doordat de PS gedwongen werd om een aantal maatregels te nemen die hun publiek ook pijn  doet. Het is dus niet alleen een linkse belastingsregering geweest zoals Bart De wever beweert. Het is een regering die de staatschuld onder controle gekregen heeft,  ook in de sociale zekerheid een aantal ingrepen heeft gedaan, die de aanzet heeft gegeven om de mensen langer aan het werk te houden.  We zijn er nog niet helemaal maar er zijn effectief stappen gezet.  Er zijn op vlak van gezinshereniging inperkende stappen gezet die ook niet in het PS programma stonden,  de asielcrisis is onder controle gebracht; er zijn nieuwe gevangenissen gebouwd. Het idee dat het PS programma is uitgevoerd op federaal vlak en dat de CD&V en andere alleen maar op Vlaams niveau geregeerd hebben klopt helemaal niet.

 

CONFEDERAAL KLIMAATBELEID

Redacteur: Vlaanderen en België doen het niet zo goed op gebied van klimaatbeleid: we zitten met een confederaal klimaatbeleid dat niet werkt waarbij het de gewesten zijn die onderling moeten overeenkomen, maar dat lukt niet. In november zei iemand van CD&V ons met stelligheid dat er in december een akkoord zou bereikt worden over de verdeling van de klimaatinspanning tussen de gewesten en dat is er nu nog altijd niet want de gewesten geraken er niet uit. Kathleen Krekels van N-VA zei ons dat klimaatbeleid misschien maar terug  naar het nationaal niveau moest getrokken worden.
Vlaanderen claimt verder wel dat het de Kiotodoelstellingen heeft gehaald. Maar het federaal niveau heeft een groot deel van die inspanning op zich genomen en verder is er veel hete lucht gekocht (in plaats van echt minder broeikasgassen uit te stoten). Wat vindt U van het klimaatbeleid?
Kennes: Ik denk dat men de  inspanningen die de industrie gedaan heeft te weinig in beeld brengt. Antwerpen is één van de grootste petrochemische clusters in de wereld. Die bedrijven hebben al veel inspanningen en investeringen gedaan om efficiënter te gaan werken, om een aantal klimaatdoelstellingen te halen. Iedere bijkomende stap kost meer. In Wallonië heeft men het iets gemakkelijker gehad door het stilvallen van de industriële productie.

Redacteur: Daar hebt u gelijk in. In Vlaanderen is de vooruitgang inderdaad vooral geboekt door de industrie, waar de impact van het beleid eerder indirect is. Maar als we het bijvoorbeeld over (de klimaatimpact van) mobiliteit hebben dan zien we een verdere groei en er wordt ook ingezet op die groei door de Vlaamse regering. En als we kijken naar steunmaatregels naar bedrijven toe dan zien we dat CO2 uitstoot vervuilende van bedrijven zelfs gesubsidieerd wordt (7e dag Factchecker, 27 april).
Kennes: Ons klimaatbeleid is mee de inzet geworden van een economische strijd tussen regio’s en landen. Een economisch kerkhof zal heel weinig CO2 uitstoten dus we moeten als één van de dichtstbevolkte gebieden van de wereld en met het risico dat de industrie wegtrekt daar een gulden middenweg in vinden.
Redacteur: Maar die subsidies doen denken aan wat men destijds gedaan heeft voor de Waalse staalindustrie. Vlaanderen zet ook in op nieuwe industrieën maar moet daar toch niet verder in gegaan worden?
Kennes: Dat gebeurt op dit moment ook in Vlaanderen. VITO in Mol zet daar heel sterk op in en ondesteunt ook bedrijven die minder vervuilen. Maar terzelfdertijd merk ik bijvoorbeeld dat iedereen airco wil in de zomer, dus gaan we meer elektriciteit verbruiken en dan krijg je een discussie over welke energie we nodig hebben. Steenkool en andere  fossiele brandstoffen geven fijn stof en/of CO2, kernenergie gaan we afbouwen en  fracking willen we in Vlaanderen ook niet.
Redacteur: We hadden begrepen dat  de Vlaamse regering daar juist wel op wilde inzetten of toch de zaak  wil onderzoeken.
Kennes: Het gaat over een heel beperkt onderzoek maar op dit moment is er geen enkele beslissing om dat te gaan toepassen. Er wordt wel ingezet op hernieuwbare energie, men gaat hopelijk sterk inzetten op geothermie. De Vlaamse regering heeft vorige week vrijdag geld vrijgemaakt voor de eerste grote (geothermische) proefboring. Dus er wordt wel veel ingezet op nieuwe technologieën omdat Vlaanderen daar meer jobs mee kan creëren en er een exportproduct van kan maken. Maar ik pleit voor realisme. Blind gaan snoeien in onze CO2 uitstoot, enkel en alleen omwille van het klimaat levert ons veel nadeel op.

 

DEFENSIE

Redacteur: Vredesactie sensibilieert momenteel tegen de 6 miljard € die defensie zou spenderen aan de nieuwe jachtvliegtuigen. “waar zou men dat beter aan kunnen besteden” vragen ze.
Kennes: Elke euro die je niet uitgeeft kan je ongetwijfeld goed besteden. Je zou kunnen zeggen dat er meer geld moet gestopt worden in sociale zekerheid, in onderwijs, in woningbouw, in gelijke kansen…  Dat is nooit het probleem. De vraag is of een uitgave nodig, verantwoord  en onvermijdelijk is.
Ik ben vorig jaar zelf mee gaan betogen voor het verwijderen van de kernwapens, maar ik geloof wel dat een defensie geloofwaardig moet zijn. Spijtig genoeg is de wereld momenteel niet zo vredevol dat we kunnen zeggen dat we geen defensie nodig hebben. Kijk maar naar Oekraïne, met welke arrogantie Rusland zijn leger een rol laat spelen, dreigt, schepen overneemt en soldaten zonder insignes laat opereren. Dan vind ik dat een geloofwaardige defensie nodig is. Onze F16s gaan al heel lang mee en ik vind dat we in NAVO verband moeten kijken wat het minimum is om geloofwaardig te zijn.

 

Een ja/neen vraag

Redacteur: Onderwijs: Moet er een brede eerste graad komen?
Kennes: een aarzelende ja

De laatste vraag: Waarom is het belangrijk dat Ward Kennis  Herkozen wordt voor het Vlaams parlement?

Kennes: Ik heb nu 6 jaar  kunnen opbouwen op gebied van  Binnenlands Bestuur, Toerisme, Inburgering/Intergatie,  Ambtenarenzaken en Mobiliteit. Ik zou dat heel graag verderzetten.  Ook denk ik dat ik af en toe rond religieuze symbolen een geluid laat horen dat in het parlement te weinig gehoord wordt.

0 Comments on “Het Uur van de Strijd #6: Ward kennes (CD&V)”

Leave a Comment